9 november 2011 – Na de Griekse premier Georges Papandreou heeft ook zijn Italiaanse collega Silvio Berlusconi er het bijltje bij neergelegd. Althans: Berlusconi zegt dat hij ontslag zal nemen, op voorwaarde dat het parlement eerst het door ‘Europa’ geëiste bezuinigingsplan goedkeurt. De Italiaanse president Napolitano moet de parlementaire oppositie overtuigen zich bij deze goedkeuring aan te sluiten. Dan opent het ontslag van Berlusconi de weg naar een regering van nationale eenheid (volgens de oppositie) of naar verkiezingen nadat eerst iedereen zijn handen heeft vuil gemaakt (volgens Berlusconi). Een reeks politieke manoeuvres dus, die erg lijken op wat zich afspeelt in Griekenland.
De druk op Italië was wel erg groot geworden, nu de rentevoet op Italiaanse overheidsobligaties de 7% naderde, wat vele miljarden euro extra rentelasten betekent.
Zowel in Griekenland als in Italië gaan de ontwikkelingen gepaard met veel politiek theater en ingewikkelde politieke manoeuvres. Dat is dan weer aanleiding voor de media om te focussen op de persoonlijke karakteristieken van de betrokken kemphanen. Papandreou blijkt nog ooit in de VS een studentenkamer gedeeld te hebben met de leider van de rechtse oppositie Antonis Samaras, spreekt beter Engels dan Grieks, en is politiek niet erg slim. Berlusconi is een op seks beluste clown. Conclusie: de problemen van Griekenland en Italië hebben alles te maken met het slecht functionerende politieke systeem, en het gebrek aan daadkracht van de politieke leiders.
Daarmee verdwijnt het sociale verzet en het diep wantrouwen tegen het door ‘Europa’ opgelegd beleid uit beeld. Nochtans verklaart dit waarom het politiek systeem in die landen kraakt in al zijn voegen: de Europese leiders, gesteund door de ‘financiële markten’, eisen een nooit gezien pakket antisociale maatregelen, dat de plaatselijke elite niet doorgedrukt krijgt tegen het verzet in, waarbij nationale politici onvermijdelijk ook steeds het eigen electoraal overleven in het achterhoofd houden. Dus volgen de politieke psychodrama’s elkaar op, in een hopeloze poging de formule te vinden die de weerstand van de bevolking kan breken: verkiezingen? Een regering van nationale eenheid? Een technocraat met Europese credentials als premier, om de onontkoombaarheid van de maatregelen te belichamen (in Italië voormalig Europees commissaris Mario Monti, in Griekenland de voormalige vice-voorzitter van de Europese Centrale bank Lucas Papademos)? Direct toezicht vanuit de Europese Unie en het IMF, zodat locale leiders hun handen in onschuld kunnen wassen, en de bevolking geconfronteerd wordt met tegenstanders waar ze geen greep op heeft?
Niet alleen het maatschappelijk verzet, ook het toenemend autoritarisme van de Europese Unie verdwijnt in de media uit beeld: tegenover politieke onbenullen als Papandreou of Berlusconi staan de Europese staatsmannen en -vrouwen die proberen Europa te redden. Maar wat te denken van de “groep van Frankfurt”, zo genoemd naar de groep die onlangs een spoedbijeenkomst hield in de opera van Frankfurt om te beslissen wat er in Europa moet gebeuren: Angela Merkel, Christine Lagarde, Nicolas Sarkozy, Mario Draghi, José Manuel Barroso, Jean-Claude Juncker, Herman van Rompuy en Olli Rehn (ook Barak Obama mag meevergaderen als hij daar zin in heeft). Niemand schijnt het schandalig te vinden dat wij nu geregeerd worden door deze informele zelfbenoemde club. Het schandaal wordt voorbehouden aan de betaalde seks van Berlusconi met een minderjarige. (fs)