30 mei 2024
Er valt vandaag niet veel goed nieuws te rapen over linkse partijen – we bedoelen: links van de sociaaldemocratie – in Europa. Die Linke, Podemos, PCF of La France Insoumise, of neem de Corbinistas in Groot-Brittannië, hun gloriedagen liggen in het verleden, soms ligt zelfs de ondergang op de loer. Maar alom wordt gewezen op één uitzondering: de Partij van de Arbeid in België, Parti du Travail in het Franstalig landsgedeelte, de PVDA-PTB. Men zou bijna zijn hart vasthouden bij de hemelshoge verwachtingen die aan het jonge partijtje gesteld worden. Jong als men rekent vanaf de hergeboorte, zo ‘n 15-20 jaar terug als de maoïstische illusies geleidelijk afgeworpen werden en de partij zich richtte op echte relevantie in de Belgische politiek.
Het is interessant te vernemen hoe een (linkse) niet-Belg kijkt naar het actuele succes van de PVDA. We vonden een interessante analyse bij de Duitse Rosa Luxemburgstichting: The Inexorable Rise of the Belgian Workers’ Party (10 mei 2024, ook in het Duits beschikbaar). Auteur Nico Biver studeerde economie, werkte voor verschillende parlementsleden van Die Linke, is journalist en documentairemaker met sterke interesse voor verleden en heden van radicaal links wereldwijd.
We brengen zijn artikel in een iets verkorte Nederlandse vertaling, met enkele redactionele aanpassingen.
Noteer dat er in België op 9 juni a.s. niet alleen Europese, maar ook federale en gewestelijke (Vlaanderen, Brussel, Wallonië) verkiezingen zijn.
(H. Michiel)
De onstuitbare opkomst van de Belgische PVDA
Nico Biver
In 2019 slaagde de Belgische PVDA/PVDA er voor het eerst in om één van de 21 zetels voorbehouden voor België in het Europees Parmement te veroveren. Met
14,6 procent van de stemmen in Wallonië, de Franstalige regio van het land, werd Marc Botenga de eerste radicaal linkse Belg die in het Europees Parlement kwam. De 5 procent die de partij behaalde in het Vlaams gewest was echter niet genoeg voor een zetel.
Volgens peilingen zal het aantal stemmen dat naar de Nederlandstalige en Franstalige vleugels van sociaaldemocratische, christendemocratische en liberale partijen gaat alleen maar verder dalen, na in 2019 voor het eerst onder de 50 procent te zijn gezakt. Verliezen zullen ook worden gevoeld door de groene partijen (Groen en Ecolo), die het goed deden in 2019, terwijl het extreemrechtse Vlaams Belang (VB) en de radicaal linkse PVDA [1] naar verwachting winst zullen boeken.
Aangezien het VB samen met de rechts-nationalisten van de Nieuwe Vlaamse Alliantie (N-VA) bijna een absolute meerderheid wist te behalen in Vlaanderen, kan het vormen van een regering op federaal niveau nog moeilijker blijken dan voorheen. De huidige regering De Croo, samengesteld uit zeven verschillende partijen en gevormd 494 dagen na de verkiezingen van 2019, heeft geen meerderheid in Vlaanderen.
Politieke vooruitzichten van de PVDA
Maar de PVDA moet zich momenteel geen zorgen maken. Alle peilingen wijzen erop dat ze drie mandaten in het volgende EU-parlement zullen winnen. Voor de nationale verkiezingen peilen ze 15-20 procent in Wallonië, 20 procent in Brussel en meer dan 10 procent in Vlaanderen volgens polls in de zomer van 2023.
Toch stagneert de PVDA in de peilingen in Wallonië en Brussel sinds 2020, en boekt ze slechts een bescheiden winst in Vlaanderen. De ledengroei is ook vertraagd, met 23.000 leden in 2020 en slechts 25.000 in 2024. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat de afgelopen jaren COVID-19, de oorlog in Oekraïne en migratiekwesties centraal stonden en het sociale en politieke landschap verdeelden. Als gevolg daarvan hebben de campagnes van de partij over sociale kwesties moeite gehad om de aandacht van het publiek te trekken.
Internationaal is de PVDA in veel opzichten uniek. De voormalige maoïstische partij onderhoudt sinds haar koerswijziging rond de millenniumwisseling – nu als marxistische partij – betrekkingen met een breed spectrum van andere linkse partijen. Hoewel ze geen lid is van de Partij van Europees Links, neemt de PVDA deel aan hun verkiezingscampagne en haar Europarlementariër Marc Botenga maakt deel uit van de linkse fractie van het Europees Parlement.
De standpunten van de PVDA over het EU-beleid worden zeker meebepaald door het nationalistisch conflict in eigen land. Het is de enige Belgische partij die verenigd (‘unitair’) is over taalgrenzen heen, en ze voert actief campagne tegen de opdeling van het land door Vlaams-nationalisten. Daarmee gaat ze in tegen een overdreven federalisme en de zogenaamde taalstrijd, die de arbeidersbeweging in België al lange tijd verzwakken en de aandacht afleiden van de sociale afbraak die de neoliberale regeringen willen doorvoeren.
De PVDA heeft een soortgelijke kijk op onafhankelijkheidsbewegingen, zoals de Catalaanse, en de plannen van sommige radicaal linkse partijen voor een EU- of euro-uitstap. In hun ogen zou dit het alleen maar moeilijker maken om tegen het grootschalig opererende kapitalisme te vechten. Aangezien bedrijven op Europees niveau opereren, lijkt het logisch dat linkse partijen dat ook moeten doen. Anderzijds gaat de PVDA niet mee met de ideeën over het democratischer en socialer maken van de EU zoals die bestaan bij andere linkse partijen; volgens de PVDA is dat simpelweg niet mogelijk.
In 2018 bekritiseerde Marc Botenga beide benaderingen [uittreden – hervormen] als te parlementair en niet antikapitalistisch genoeg: “Enerzijds richten beide zich meer op de regering dan op de macht en onderschatten ze het belang van tegenmacht en buitenparlementaire actie. Aan de andere kant ontbreekt het beide aan ambitie en is het enige perspectief dat ze bieden een beter beheerd kapitalisme.”
Vorig jaar voegde hij eraan toe dat “de EU-verdragen onverenigbaar zijn met het meeste linkse beleid… Tegelijkertijd hebben we gezien dat wanneer de druk hoog genoeg is deze regels heel snel opzij worden geschoven.” Hij noemde het voorbeeld van de financiële crisis en de COVID-19 pandemie.
Als er ergens een linkse regering aan de macht zou komen ziet de PVDA de oplossing niet in het opgeven van de EU of de euro, maar eerder in het niet naleven van de EU-verdragen waar die een linkse politiek in de weg staan. Ook moet in dat geval een EU-brede solidariteit met het land in kwestie tot stand gebracht worden.
Parlementsleden met een arbeidersloon
De verbeterde verkiezingsvooruitzichten van de PVDA kunnen ook worden teruggevoerd op hun succes in de verkiezingen van 2019, toen hun aantal parlementsleden [federaal en in de Waalse, Brusselse en Vlaamse parlementen] steeg van 8 naar 37. Dit betekende dat de overheidssubsidies aan de partij stegen van 2,3 miljoen euro in 2018 naar 6,2 miljoen in 2022. Maar dat zijn niet de enige inkomsten. Verkozenen betalen afdrachten aan de partij, er zijn de hoge ledenbijdragen en veel donaties (die in België niet meer dan 500 euro per jaar mogen bedragen). Dat maakt dat de PVDA weliswaar maar de negende partij in het land is, maar op twee na de rijkste. Daardoor kon ze haar uitgaven aan personeel en public relations verviervoudigen. Bij de PVDA nemen niet alleen het fulltime personeel maar ook de gekozenen genoegen met het salaris van een geschoolde arbeider, of het equivalent van hun vroegere inkomen. Het idee is dat een PVDA-verkozene niet rijk mag worden van zijn positie of een aanzienlijk hogere levensstandaard genieten dan de gemiddelde burger. Voorzitter Raoul Hedebouw daarover: “Als je niet leeft zoals je denkt, dan begin je te denken zoals je leeft.”
Populaire politiek zonder populisme
Er zijn veel redenen voor het succes van de PVDA. De partij richt zich op populaire, meestal sociaaleconomische eisen die niet alleen gemarginaliseerde groepen aangaan, maar ook het grootste deel van de samenleving. Het gaat o.a. over gratis gezondheidszorg, een verhoging van het minimumpensioen, inflatiecorrecties en een ‘miljonairstaks’. Met maandenlange campagnes via petities, demonstraties, boekpresentaties en conferenties worden de eisen onder de aandacht gebracht; plaatselijke afdelingen ondersteunen de campagnes, maar spelen zelf geen onafhankelijke rol. De PVDA probeert ook enkele van de eisen gerealiseerd te zien.
De PVDA neemt de privileges van partijen en politici op de korrel, en kan het verlies aan vertrouwen van het publiek in de parlementaire vertegenwoordiging in zijn eigen voordeel benutten, door bv. vergoedingen van zijn eigen verkozenen aan te wenden voor sociale projecten zoals “Geneeskunde voor het volk” [dokterspraktijken in volkse wijken die werken aan terugbetalingstarieven]. Hun populisme gaat echter niet zo ver dat ze reactionaire eisen omarmen, zoals de Deense sociaaldemocraten of de Duitse Sahra Wagenknecht Alliantie (BSW [2]) doen op het gebied van migratie. De PVDA houdt het eerder op de aanpak van de Communistische Partij van Oostenrijk (KPÖ), die controversiële onderwerpen zoals migratie en criminaliteit bijna volledig vermeed in haar campagnes. Onderwerpen als migratie of de oorlog in Oekraïne worden maar in geringe mate becommentarieerd, en er zijn daarrond geen campagnes of parlementaire initiatieven. Maar in haar standpunten verwerpt de partij de verscherping van de EU-asielregels en ze pleit voor de automatische toekenning van het staatsburgerschap aan migranten na een verblijf van vijf jaar in België.
Voor een daadwerkelijke aanpak van de klimaatcrisis pleit de PVDA voor strenge maatregelen, vooral tegen de grootste CO2-producenten in de economie. Tegelijkertijd hoeden ze er zich voor om eisen te stellen die financiële implicaties kunnen hebben voor delen van hun potentiële kiezers. Daarom verwerpt de partij over het algemeen belastingen op fossiele brandstoffen en organiseert ze ook campagnes tegen verhoogde parkeertarieven.
Hun politiek succes is echter vooral te danken aan de gepercipieerde interne eenheid en de vrij grote persoonlijke uitstraling. De belangrijkste publieke woordvoerders van de partij zijn voorzitter Raoul Hedebouw, fractievoorzitter in de Kamer van Volksvertegenwoordigers Sofie Merckx, algemeen secretaris Peter Mertens, Vlaams fractievoorzitter Jos d’Haese, en politiek directeur David Pestieau.
Er is slechts één vrouw in de top van de PVDA en slechts 13 vrouwen onder de huidige 37 vertegenwoordigers. Dit is misschien de reden waarom ze minder steun hebben onder vrouwelijke kiezers. Dit jaar zijn de kieslijsten echter evenwichtiger samengesteld volgens quota.
Om hun communicatie naar buiten te verbeteren vertrouwt de PVDA niet alleen op persoonlijk contact via peilingen of infostanden, feesten en stakingen, maar ook op hun massale aanwezigheid op sociale media. In het Franstalige taalgebied geeft de PTB meer uit aan reclame op Facebook dan welke andere partij ook. De beide Facebookpagina’s van de partij hebben samen 309.000 volgers, meer dan La France Insoumise of Die Linke, en dat in een land met slechts 12 miljoen inwoners.
Sociografie van de aanhang
Deze vorm van politieke communicatie heeft ertoe geleid dat de PVDA aanzienlijke steun heeft verworven onder de arbeidersklasse en de lagere middenklasse, vooral in Wallonië en Brussel. Een analyse van de EU Verkiezingsstudie 2019 bevestigt dit. In alle regio’s van België stemde 19 procent van de respondenten uit de middenklasse op de PVDA of sympathiseerden met de partij, net als 33 procent van de werklozen, 18 procent van de respondenten met de laagste levensstandaard.
Dit is ook te zien aan het opleidingsniveau: 14 procent van de respondenten met een laag opleidingsniveau en 15 procent met een gemiddeld niveau steunden de PVDA. Onder academici scoorde de partij met 8 procent onder het gemiddelde. Dit is ook het geval voor jongeren onder de 25 jaar, waarvan slechts 11 procent de partij steunt. Net als bij de meeste andere partijen van radicaal links is hun aandeel in de stemmen op het platteland aanzienlijk lager dan in de steden. In Wallonië haalde de PTB 17,9 procent goedkeuring in steden met meer dan 100.000 inwoners, terwijl ze slechts 10,6 procent haalde in gemeenten met minder dan 5.000 inwoners.
Geen Waalse tegenhanger van het Vlaams nationalisme
Het is opvallend dat de rechtspopulisten in Wallonië, ondanks hun geografische en culturele nabijheid tot Frankrijk, tot nu toe weinig succes hebben gehad. Het heeft deels te maken met het historisch gegeven dat er geen Belgisch of Waals gevoel van nationale identiteit is, in tegenstelling tot Vlaanderen. Maar het is deels ook te danken aan de PTB, die erin geslaagd is steun te verwerven onder klassen die elders eerder de voorkeur geven aan rechts-populisten.
Het Vlaams nationalisme wordt gekenmerkt door een economisch beleid, dat zich afzet tegen het armere Wallonië; het migratiebeleid, dat vooral anti-moslim is en het protectionistische beleid met anti-EU-allures. Net als bij de verkiezingen van 2019 is immigratie opnieuw het belangrijkste politieke thema in Vlaanderen, en beide rechts-radicale partijen, N-VA en VB, peilen momenteel op respectievelijk 45 procent en 49 procent. De Europarlementariërs van het VB behoren tot de groep Identiteit en Democratie samen met de Oostenrijkse FPÖ, Le Pen’s Rassemblement National en de Duitse AfD. De N-VA maakt deel uit van de groep Europese Conservatieven en Hervormers ECR , samen met de Poolse PiS, Meloni’s Fratelli d’Italia en Vox in Spanje.
Uit een recent onderzoek van de Universiteit Antwerpen blijkt dat het VB stemmen wint van alle andere partijen, maar het minst van de PVDA, dat zelf vooral stemmen haalt uit de sociaaldemocratische Vooruit, de N-VA en de Groenen. In Vlaanderen is VB vooral sterk bij kiezers met een lager inkomens- en opleidingsniveau, terwijl PVDA vooral succesvol is bij de gemiddelde inkomens.
Meeregeren?
Er wordt de PVDA vaak aangewreven dat ze niet wil meeregeren. De overwegend sociaaldemocratische vakbondsfederatie ABVV/FGTB heeft de linkse partijen herhaaldelijk opgeroepen om een coalitieregering te vormen. De PS van haar kant beschuldigt de PTB van politieke nutteloosheid omdat ze geen regeerverantwoordelijkheid wil nemen. Maar ook als ze dat zou willen zijn er een aantal struikelblokken. In Franstalige België is een coalitie met de PS en de groenen (Ecolo) mathematisch mogelijk. Daar staat tegenover dat de PTB haar verkiezingscampagne voert onder het motto Le choix de la rupture, Kiezen om te breken, met de huidige politiek, ook in EU-verband. Wil de PS werkelijk van richting veranderen en niet langer met de liberalen meeregeren ? Het is wel zo dat er op papier een zekere toenadering is tussen de PTB, de PS en Ecolo over zowel sociaaleconomische als sociaal-culturele onderwerpen. In 2019 eiste de PVDA een minimumpensioen van 1.500 euro via een petitiecampagne waarbij 180.000 handtekeningen werden verzameld. De eis is sindsdien gerealiseerd. En toen de PVDA/PTB aan het begin van de verkiezingscampagne de minimale vermogensgrens voor de door hen geëiste miljonairsbelasting verhoogde naar 5 miljoen euro om middelgrote bedrijven te beschermen, overvleugelde de sociaaldemocratische PS hen op links en beschuldigde hen er zelfs van “de strijd tegen de ultrarijken” te hebben opgegeven…
Wat Vlaanderen betreft heeft de PVDA-slogan, Wij staan altijd aan uw kant wel een minder militante toon, maar waar zijn de coalitiepartners die willen tekenen voor de vier PVDA-eisen: belasting van multimiljonairs, bescherming van de koopkracht, afschaffing van privileges voor politici en strenge emissieplafonds voor grote vervuilers?
[1] Voor de eenvoud zullen we het verder kortweg hebben over de PVDA, en daar ook de Franstalige vleugel onder verstaan, behalve als het expliciet over deze laatste, de PTB gaat. [Noot van de vertaler]
[2] Zie hierover bv. Is Wagenknechts nieuwe partij BSW een alternatief voor Die Linke? [Noot van de vertaler]
Een objectieve samenvatting. Wat naar mijn inziens ontbreekt is het streven van de PVDA om meer werknemers in de parlementen te krijgen wat een betere vertegenwoordiging zou zijn van de Belgische bevolking .
Marc Botenga is met zijn tussenkomsten in het EU parlement to the point. Een verdragsverandering proberen te realiseren via parlementaire weg is “wishful thinking” een “fata morgana ” want een EU verdragswijziging vereist een unanimiteit in de Raad .
Persoonlijk vind ik dat PVDA/PTB het goed doet in dit tijdperk van individualisme .
Een boodschap brengen van solidariteit is niet vanzelfsprekend en des te moeilijker wanneer de media nogal vlug van hun boodschap, een karikatuur maakt !