door Kenneth Haar (*)
verschenen in EUobserver van 31 mei 2013
vertaling: Ander Europa
Het kan absurd lijken dat de Europese Commissie dreigt België een boete op te leggen, maar in feite is het erger dan dat. België wordt een testcase voor de aanval op de sociale rechten.
Op woensdag 29 mei maakte de Commissie aan de lidstaten haar aanbevelingen bekend voor het economisch en budgettair beleid, de cruciale fase van het ‘Europees Semester‘. Dit jaar verhoogt ze aanzienlijk de druk op lidstaten om hervormingen door te voeren, in de eerste plaats van de arbeidsmarkt.
Eurocommissaris Olli Rehn lijkt er erg op gebrand te zijn om te testen hoe ver hij kan gaan met de relatief nieuwe regels over het ‘economisch bestuur’; wat betreft de aanval op arbeidersrechten werd België als testcase uitgekozen.
De dagen voor de bekendmaking van de aanbevelingen van de Commissie waren er geruchten in de Belgische pers dat het land zou beboet worden omwille van de inbreuk op de regels op het begrotingstekort van de lidstaten. Indien dit het geval was geweest, kon de boete € 780 miljoen hebben bedragen. Uiteindelijk opteerde de Commissie voor een andere oplossing: uitstel van de boete tot 2014 tenzij de Belgische regering zware besparingen doet en verregaande ‘structurele hervormingen’ doorvoert.
Het is mogelijk dat de Commissie aanvoelde dat het moeilijk zou zijn om België een boete op te leggen op het ogenblik dat ze meer tijd gaf aan Frankrijk en Nederland, twee landen die het op het gebied van begrotingstekorten niet beter doen dan België.
Als men een vergelijking maakt tussen Nederland en België, lijkt de aanval op België absurd.
Beide landen werden in 2009 onderworpen aan de ‘buitensporigtekortprocedure’, de eerste stap in de ‘correctieve procedure’. Aan beide werd gevraagd hun deficit te verminderen, in hetzelfde tempo, en in 2012 was hun deficit even groot.
Vanwaar dan die verschillende behandeling? De Commissie is duidelijk in haar nopjes met de Nederlandse beloftes. Het zal er gemakkelijker worden om mensen te ontslaan, de periode voor werkloosheidsvergoedingen zal verkort worden. België is minder geneigd om dit soort hervormingen door te voeren, en heeft een ander soort programma voorgesteld.
Het is nu al jaren dat Olli Rehn met zijn ploeg het Belgisch loonvormingssysteem op de korrel neemt, maar er werd nog niet naar geluisterd. Dat kan de verklaring zijn waarom op de websites van de Commissie aan België gevraagd wordt het mechanisme voor de loonnorm fundamenteel te hervormen, en op de persconferentie woensdag onderstreepte Rehn de loonvorming als het sleutelelement.
Niet dat de Belgische regering nog geen besnoeiingen heeft doorgevoerd. Er waren zware besnoeiingen, en financiële markten zijn tevreden met België. Het is zelfs niet zo dat de Belgische regering de werkende bevolking spaart. Onlangs kwamen tienduizenden mensen op straat om te protesteren tegen de loonstop die de regering oplegt. Maar in principe bestaat er nog steeds een systeem van automatische aanpassing van de lonen aan de prijzen, en dat is een doorn in het oog van de Commissie.
In de voorbije jaren werd aanpassing van de lonen aan de competitiviteit een beleidsregel van de EU, en door de geringe loonontwikkeling in landen als Duitsland komt België onder politieke druk. Op de persconferentie benadrukte commissievoorzitter Barroso eens te meer dat de regels er niet zijn om Duitsland minder competitief te maken, maar opdat de anderen zich zouden aanpassen aan de lage Duitse lonen.
Daar is niets nieuws of verrassends aan. De EU is sinds jaren bezig met frontale aanvallen op het collectief onderhandelen en collectieve loonvorming, en krijgt daarbij de steun van de machtige bedrijfslobby in Brussel. Een recente Belgische klacht over de Duitse lonen gericht aan de Commissie leverde alleen een beleefd antwoord op dat er inderdaad een probleem is.
Maar wat er nieuw is, is dat de Commissie nu haar macht aan het uittesten is die ze de voorbije jaren verworven heeft om druk uit te oefenen op de loonvorming in de lidstaten, en België werd uitgekozen als proefkonijn.
De reden is niet dat de Commissie de toverformule gevonden heeft voor het economisch herstel. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat een aanval op de lonen de crisis zal oplossen.
Op papier heeft Griekenland inderdaad zijn competitiviteit verbeterd, door een dramatische vermindering van de lonen, maar er is geen teken van verbetering. Het ziet er eerder naar uit dat de aanval op de Griekse lonen de economie in haar geheel nog verzwakt heeft.
Waarom moet de Commissie tussen komen in de loonvorming?
Het ergste is niet dat dit een slechte aanpak is van de economische crisis, maar dat de Commissie het aandurft tussen te komen in de loonvorming. De bepaling van de lonen is iets anders dan de prijs vastleggen voor een reep chocolade of een tractor; het heeft te maken met het recht van de loontrekkers om betrokken te zijn bij de onderhandelingen, zodat ook zij kunnen bepalen tegen welke ‘prijs’ hun arbeid kan verkocht worden.
De vakbeweging voert al een eeuw strijd voor dat recht en tegen het idee dat arbeid kan beschouwd worden als een parameter die door bedrijfsleiders, of desgevallend bureaucraten, naar believen naar beneden kan aangepast worden. Het gaat hier om fundamentele rechten, en het gelobby zou de overwinningen van tientallen jaren sociale strijd kunnen ongedaan maken.
De Commissie is zich goed bewust van de inzet, en is politiek een hoog spel aan het spelen. Het gaat zelfs niet om de cijfers van de overheidstekorten, groeipercentages of obligatierentes; het gaat erom of de Commissie de sociale rechten kan terugdraaien.
Aangezien ze de bevoegdheid daartoe niet heeft op basis van de Europese verdragen, gebruikt de Commissie alle mogelijke achterpoortjes om het toch te doen. De Europese vakbeweging moet zich daarvan bewust worden, en alle mogelijke middelen gebruiken om dit te verhinderen. Dit jaar nog. Alvorens de Belgische testcase veralgemeend wordt tot heel Europa.
Kenneth Haar is Deen en werkt als onderzoeker in Brussel bij CEO (Corporate Europe Observer). CEO informeert het publiek en voert kampanjes rond de bedrijfslobbies die de Europese politiek in grote mate bepalen.