5 maart 2014 – Op een inderhaast bijeengeroepen vergadering van de Navo verklaarde secretaris-generaal Fogh Rasmussen dat de crisis in Oekraïne “ernstige gevolgen heeft voor de stabiliteit en de veiligheid van de euro-atlantische zone”. Dat is wel een erg groot gebied dat volgens Rasmussen bedreigd wordt, en zijn verklaringen versterken nog maar eens de koude oorlogssfeer rond de crisis in Oekraïne. Maar wacht eens even, Rusland is toch een kapitalistisch land, lid van de G8 en de Wereldhandelsorganisatie. Waarom wordt Poetin dan aangepakt alsof Stalin nog steeds heerst in het Kremlin? Voor linkse democraten is Poetin onverteerbaar, maar de EU en de VS zijn in de regel lang niet zo kieskeurig in het uitkiezen van bondgenoten. Wat bezielt hen dan om de koude oorlogspropaganda weer van stal te halen tegen Poetin?
Eén probleem met Poetin is zeker dat Rusland onder hem een assertieve zelfstandige koers volgt. Bovendien leeft in sommige kringen in Europa de verleiding de Duitse industriële macht te koppelen aan de Russische grondstoffen, en zo sterker te staan in de competitie met de VS. De bevestiging van de euro-atlantische solidariteit, of in het dagelijks taalgebruik ‘het Westen’ tegenover het Oosten, moet dergelijke verleidingen de kop in drukken. De Navo speelt hierin een sleutelrol.
Vandaar dat rond de crisis in Oekraïne een behoorlijk stukje geopolitieke schaak wordt opgevoerd. Antoine Uytterhaeghe van Vrede geeft hierover in een artikel op Uitpers een uitgesproken mening. (fs)