19 mei 2020 – Het woord austerity is alomtegenwoordig, maar austeriteit bestaat eigenlijk niet in het Nederlands. Je kunt het eventueel vertalen als bezuinigingsbeleid, of soberheidsbeleid, maar de Engelse bijklank van ‘gestrengheid’ gaat daarbij verloren. Ecologisch bewuste mensen zullen bovendien zeggen dat ‘soberheid’ een deugd is die we met zijn allen meer zouden moeten beoefenen. Maar dat is niet de bedoeling van neoliberale regeringen die de austerity opleggen. Voor hen is austerity de deugd die erin bestaat om de sociale uitgaven en collectieve voorzieningen zo beperkt mogelijk te houden, zodat – of omdat – bedrijven en vermogenden steeds minder belasting moeten betalen. Een asociaal beleid dus.
Maar wil een overheid een asociaal beleid voeren zonder permanent de oproerpolitie te moeten inzetten, dan moet dit beleid gelegitimeerd worden, liefst positief voorgesteld als goed voor iedereen, desnoods als niet zo aangenaam maar ‘onvermijdelijk’. Overheden kunnen daarbij putten uit het argumentarium dat ‘deskundigen’ daarover bijeengedacht hebben: de mainstream economen van de neoklassieke school, met bosjes aanwezig in de economische faculteiten, de studiediensten van banken en internationale instellingen, de Europese Commissie en de think tanks van allerlei lobby’s. Specialisten in het creëren van mythes.
Gelukkig zijn er ook academici die zich niet zomaar laten herleiden tot spreekbuizen van de neoliberale ideologie, al was het maar omdat feiten ook hun rechten hebben. De inspanningen van een aantal van deze ‘andersdenkenden’ vind je terug in de brochure Austerity – 12 myths exposed. Ze werd uitgegeven door Social Europe Publishing . Misschien een goede voorbereiding op het bezuinigingsbeleid waarmee men de kosten van de coronacrisis zal willen afwentelen op de werkende bevolking… (hm)
Laat een reactie achter