“Sigmar Gabriel, Duits minister van Economie, zegt dat de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord tussen EU en VS wat hem betreft mislukt zijn. Daarop laat de Franse regering weten dat TTIP voor haar niet meer hoeft.Ā Is dit het einde van TTIP? āMaak je geen illusiesā, zegt Marc Maes van 11.11.11. āHet gaat over meer danĀ Ć©Ć©nĀ akkoord.ā”
Dat was de aanhef van een recent artikel in MO*-magazine. Een van de andere akkoorden waarnaar hier verwezen wordt is CETA, het kleine broertje van TTIP, een gelijkaardig vrijhandels- en investeringsakkoord tussen de EU en Canada. In de verzetskringen tegen de vrijhandelsverdragen wordt over het algemeen gevreesd dat de verklaringen van Duitse en Franse leidende politici over de ‘mislukking van TTIP’ slechts een rookscherm zijn, dat de aandacht van CETA moet afleiden (en ondertussen wat linkse kiezers moet charmeren). Het CETA-akkoord is immers rond, het moet alleen nog geratificeerd worden, en daar komen ook de nationale parlementen van de lidstaten aan te pas. Het zou zelfs al voor die ratificatie en binnen enkele weken ‘voorlopig’ kunnen van toepassing worden, voor … een niet nader bepaalde periode. CETA erdoor krijgen is dus een veel dringender kopzorg van de Europese leiders dan TTIP, waarover nog onderhandeld wordt en dat geen kans maakt nog onder de Obama-administratie afgerond te worden. Een van de meest ergerlijke aspecten van TTIP, de voorkeursbehandeling van buitenlandse investeerders via arbitragehoven (het beruchte ISDS-mechanisme, lichtjes aangepast en herdoopt tot ICS) zou zelfs via het CETA-achterpoortje van toepassing worden voor Amerikaanse multinationals; een klein kantoortje met enkele bedienden in Canada volstaat daarvoor.
Dat er voor een forcing van CETA manoeuvres op hoog niveau bezig zijn kan men niet meteen bewijzen, maar er zijn wel sterke aanwijzingen voor. Beschouw het volgende:
- In een verklaring op 22 juni 2016 roepen Reiner Hoffmann, voorzitter van de Duitse vakbondskoepel DGB, samen met zijn Canadese collega Hassan Yussuff hun respectieve regeringen op CETA in zijn huidige vorm niet goed te keuren, omdat het geen garanties biedt voor de rechten van werknemers, voor de bescherming van het milieu en het klimaat, en dat het de bedrijfsbelangen boven die van de consumenten stelt.
- Reiner Hoffmann in Social Europe Journal van 5 september 2016: “CETA benutten ter bevordering van een sociale en ecologische globalisering“. Aan CETA zelf is er tussen 22 juni en vandaag nochtans niets veranderd. Eigenaardig genoeg herinnert Hoffman zich nu plots dat er in november 2015 een nieuwe regering kwam in Canada, onder leiding van Trudeau van de Liberal Party, en deze is plots veel progressiever dan de Conservatives van Harper… In een interview vandaag op Deutschlandfunk stelt Hoffmann ook dat het vermaledijde ISDS nu volledig “vom Tisch” is. In tegenstelling tot het standpunt van 22 juni worden deze nieuwe ‘inzichten’ (voorlopig?) ook niet gemeld op de website van DGB.
Is het ver gezocht om in ‘Hoffmanns vertellingen’ een uiting te zien van manoeuvres op het hoogste niveau van het Duits mercantilistisch complex met bijdragen vanĀ politiek, bedrijfswereld en vakbondstop? (hm)