3 november 2014 – Dé grote verrassing en linkse opsteker in de Europese verkiezingen van mei was ongetwijfeld het succes van het Spaanse Podemos. Deze alternatieve linkse formatie steunt deels op de Indignado-beweging en vooral op de grondige afkeer van steeds meer inwoners van de Spaanse staat voor het beleid van de PP (Partido Popular) en de sociaal-democratische PSOE. Podemos werd pas in maart 2014 opgericht, nam deel aan de Europese verkiezingen in mei, behaalde bijna 8% van de stemmen en stuurde 5 vertegenwoordigers naar het Europees Parlement.

Nieuwe schok voor de zwaar afgestrafte PP en PSOE: een gisteren bekendgemaakte opiniepeiling geeft aan Podemos 27.7% van de kiesintenties, tegen 26,2% voor PSOE en 20.7% voor Rajoy’s PP. De andere linkse pool, Izquierda Unida, zou haar goed resultaat van de Europese verkiezingen (10%) niet behouden en terugvallen op 3.8%.(zie de grafiek van El País hieronder).

Peilingen zijn natuurlijk geen verkiezingen, die komen er normaal pas in het najaar van 2015. Maar de zenuwachtigheid begint op te lopen. Gewezen eurocommissaris Joaquín Almunia (PSOE) reageerde in El País (3 november) smalend over “het muziekje van Podemos dat veel mensen graag horen, maar waarmee men geen consensus kan bereiken“, en over “de antipolitiek en het populisme die niet alleen in Spanje opgeld maken“. Ook van Vlaams europarlementslid Kathleen Van Brempt (sp.a) tekende El País een reactie op: “We delen veel waarden, maar we twijfelen eraan of de anti-establishmentopstelling van Podemos verenigbaar zal zijn met een compromispolitiek.”

Zou een establishmentopstelling dan een sociaal-democratische waarde zijn ? (hm)