Door Herman Michiel, 2 juni 2015
De meeste waarnemers beschouwen de maand juni, of zelfs meer bepaald de vijfde juni, als het uur van de waarheid voor Griekenland: bankroet of niet ? Op 5 juni moet immers 304 miljoen euro terugbetaald worden aan het Internationaal Muntfonds (IMF), nog eens 342 miljoen een week later, 571 miljoen op 16 juni, oplopend over de hele maand juni tot meer dan anderhalf miljard euro. Eind mei konden nog wel de Griekse ambtenaren en de pensioenen uitbetaald worden, maar de bodem van de schatkist is bereikt. Drie weken geleden al waarschuwde de minister van financiën Varoufakis: het liquiditeitsprobleem is enorm dringend; wat de timing betreft spreken we over enkele weken. Kunstgrepen zoals het opeisen van de reserves van openbare besturen, of het betalen van het IMF met IMF-fondsen zoals recent gebeurde, zijn ook niet voor herhaling vatbaar.
Welke zijn dan de opties?
Als het van het IMF en de EU afhangt is het antwoord: nieuwe leningen aangaan en nieuwe besparingsplannen opleggen (een nieuw ‘Memorandum’ aanvaarden) om te garanderen dat de ‘reddingsfondsen’ die de vorige regeringen leenden bij het IMF en de Europese instellingen, samen zo ’n 240 miljard euro, blijvend afbetaald worden. Een nieuw Memorandum is echter wat SYRIZA uitdrukkelijk afwees in de verkiezingscampagne die haar op 25 januari 2015 aan de macht bracht. De IMF-EU optie is dus niet aanvaardbaar voor de regering Tsipras.
De tweede mogelijkheid is degene die bepleit wordt door de linkerzijde (het ‘Links Platform’) binnen SYRIZA: de schuldaflossingen stopzetten, en door de nationalisatie van de banken, controle op het kapitaalverkeer, kordaat optreden tegen de oligarchie enz. de financiële gevolgen van de wanbetaling zien te boven te komen en de economie herlanceren, binnen of buiten de eurozone. Een belangrijke minderheid van de leiding van SYRIZA sprak zich een week geleden uit voor deze optie [i].
De Griekse regering, gesteund door een meerderheid in SYRIZA, probeert sinds vier maanden de beide voornoemde opties te ontwijken door het zoeken van een ‘eerbaar compromis’ met de Europese ‘partners’ en het IMF, het gezelschap dat als Trojka bekend raakte. Het dreigend bankroet zou in dit scenario vermeden worden door de uitbetaling van het restant (7,2 miljard euro) van de leningen aangegaan door de vorige regering. De regering zou zich in principe engageren om alle schulden terug te betalen, maar volgens modaliteiten die een economisch herstel niet fnuiken en die geen al te zware offers eisen onder de werkende bevolking. De regering Tsipras zou met andere woorden bij haar onderhandelingen met de EU en het IMF bepaalde ‘rode lijnen’ niet overschrijden.
‘Vooruitgang’
Over deze onderhandelingen werd door beide partijen bijna steevast verklaard dat er ‘vooruitgang’ was, maar voor Europa zijn verdere stappen nodig om tot een definitief akkoord te komen. “Austerity is the only deal-breaker”, titelde Varoufakis een week geleden [ii] : alleen de Europese obsessie met het brutaal snoeien in lonen, pensioenen of de arbeidsbescherming staat een akkoord in de weg. In een tribune in Le Monde van 31 mei [iii] zegt Tsipras essentieel hetzelfde: “Als het nog niet gekomen is tot een akkoord met onze partners, is dat niet omwille van onze onverzettelijkheid of omwille van een onbegrijpelijke houding van Griekse kant. Het is veeleer door de obsessie van sommige vertegenwoordigers van de instellingen, die aandringen op onredelijke oplossingen, en daarbij onverschillig staan tegenover het democratisch resultaat van de recente wetgevende verkiezingen in Griekenland.”
Op de vraag welke strategie te verkiezen is, die van de Griekse regering of die van de linkerzijde van SYRIZA, zullen we in dit artikel niet ingaan. Maar we proberen wel na te gaan welke toegevingen de Griekse kant reeds deed opdat er van toenadering met Europa sprake zou zijn. Bij de maandenlange onderhandelingen lekte weinig uit over wat er zoal ter tafel lag; ook de Griekse linkerzijde bekloeg zich daarover. Voor ons, niet-Griekse waarnemers, stelt zich bovendien het probleem van de taal. In Griekse kranten zal in ieder geval meer te vinden zijn over deze onderhandelingen dan in de onze. Het was dan ook met grote belangstelling dat ik een artikel hierover vond op de website NachDenkSeiten [iv]. De onafhankelijke Duitse journalist Niels Kadritzke somt hierin op welke punten volgens hem geen probleem (meer) opleveren tussen de onderhandelaars, welke compromissen reeds gesloten werden, en waar er nog meningsverschillen bestaan. In de twee of drie weken sinds het schrijven van het artikel en vandaag kunnen er nog verdere ontwikkelingen geweest zijn, maar de algemene trend zal duidelijk zijn. De auteur Niels Kadritzke biedt ook zekere journalistieke garanties. Hij is redacteur bij de Duitse uitgave van het kritisch kwaliteitsblad Le Monde Diplomatique, sinds 30 jaar volgt hij de ontwikkelingen in Griekenland, een land waar hij ook een deel van het jaar verblijft en waarvan hij de taal kent.
Een overzicht van de stand van de onderhandelingen
- Privatiseringen
Ik zal het hier niet hebben over privatiseringen, zegt Niels Kadritzke, want op dit vlak zijn beide zijden het al zover eens dat dit geen beletsel meer kan zijn voor een overeenkomst. Het thema is weliswaar zeer omstreden binnen SYRIZA, en kan nog tot problemen met de vakbonden leiden.
- Primair overschot
Een ‘primair overschot’ betekent een overschot op de overheidsbegroting, althans wanneer geen rekening gehouden wordt met de rentebetalingen op staatsleningen. De Griekse schuldeisers, de ‘instellingen’ zoals het tegenwoordig heet, willen dit overschot zo groot mogelijk, om daarmee de leningen af te betalen. Deze instellingen eisten vroeger een overschot van 4,5%, en zouden nu tevreden zijn met 2-2,5%. De Griekse regering verklaarde zich op 20 februari akkoord met een overschot van 1 à 2%, en verwacht dat hierover geen grote strijd zal gevoerd worden.
- Meer belastingsinkomsten
- Rijkenbelasting. Dit omvat een eenmalige hoofdelijke belasting voor ede hele rijken, een herstel van de bijzondere belasting voor jaarinkomens boven € 50.000 die door de regering Samaras met 30% verminderd werd, een luxetaks op dure auto’s, private vliegtuigen of zwembaden, verhoging van de taks op yachts, een beperkte verhoging van de huidige 42% heffing op de hoogste inkomensschaal. De inkomsten van deze rijkenbelasting zijn moeilijk te schatten; voor de luxetaks rekent de regering slechts op een 20 miljoen euro.
- Belasting op de toegevoegde waarde (btw). Hier zijn veel belangrijker bedragen mee gemoeid, en de meningsverschillen tussen de onderhandelaars zijn ook sterker. De regering wil de btw op de meeste goederen en diensten van 23 op 16% terugbrengen, terwijl de instellingen 18% willen. Vaak bedraagt de btw in Griekenland nu slechts 6,5-13%, zoals op elektriciteit, openbaar vervoer, hotelkamers, medicamenten, voeding en dagelijkse verbruiksartikelen. De Griekse regering wil in ieder geval een lage btw van 6,5% voor medicamenten en basisvoeding, terwijl de ‘partners’ 9% willen. De regering wil ook een verlaging van de btw voor de eilanden, waar goederen over het algemeen duurder zijn door de hoge transportkosten. Via een speciale heffing op nachtclubs en luxeproducten in het geval van toeristische luxe-eilanden (Mykonos, Santorini, Rhodos…) wil Athene bepaalde anomalieën die daardoor ontstaan wegwerken.
- Private zenders, reders en de Kerk. De private zenders (Mega TV, Antenna, Alpha, …) genoten tot nog toe een idyllisch bestaan, want ze betaalden geen licentie voor de zendfrequenties, en de btw die ze voor reclame aanrekenden moesten ze ook niet aan de overheid doorbetalen! Dit laatste privilege werd door de regering Samaras in haar laatste dagen nog voor een jaar verlengd.
Nu hij het heeft over privileges, opent auteur Kadritzke een parenthese over de reders. Die zijn volgens de huidige Griekse grondwet vrijgesteld van belastingen; ze betalen eventueel alleen een vrijwillige ‘solidariteitsbijdrage’, waarvoor ze dan ook als goede ‘patriotten’ erkend willen worden. Het aanpakken van deze schandalige regeling was een belangrijk punt in het verkiezingsprogramma van SYRIZA; maar in de huidige regeringsplannen is er geen sprake van een belasting voor de reders. Al spruit dit niet voort uit een grote liefde voor deze oligarchie, en is het alleen ingegeven door de vrees voor het ‘uitvlaggen’ van de Griekse vloot, het blijft ironisch genoeg directeur Christine Lagarde van het IMF die regelmatig op dit privilege wijst.
De regering Tsipras waagt zich ook niet aan een belasting op de bezittingen van de Orthodoxe Kerk, wat deels te verklaren is door de aanwezigheid van de kerkvriendelijke coalitiepartner ANEL.
De regering schat de meer-inkomsten voor 2015 van deze bijkomende belastingmaatregelen op 784 à 940 miljoen euro, minder dan 1 miljard dus.
- Maatregelen tegen fiscale fraude en betalingsachterstand
De vermogens van ondernemers en vrije beroepen moeten in kaart gebracht worden om aldus belastingsfraude op het spoor te komen. Meer belastinginspecteurs moeten voor een betere controle zorgen. Deze moeten onder andere werk maken van het onderzoek van grote vermogens die naar het buitenland vluchtten, onder andere naar Zwitserland (de zogenoemde ‘Lagarde-lijst’) en Liechtenstein. Het Centrum voor de Controle op de Belastingen van de grote Vermogens (KEFOMEP) bij het ministerie van financiën moet daartoe versterkt worden, zodat het eventueel tot onmiddellijke inbeslagname kan overgaan. Deze maatregelen zouden dit jaar reeds 700 miljoen euro moeten opbrengen.
Men overweegt ook een fiscale amnestie die tegen een heffing van 15 à 20% zou afzien van verdere vervolging voor niet aangegeven inkomsten in binnen- of buitenland, maar een beslissing daarover is nog niet gevallen.
Dit alles geeft een beetje een déjà vu gevoel, zegt Kadritzke, daarover was ook bij de vorige regering al sprake, maar tot concrete stappen kwam het nooit. Ook de huidige regering kwam slechts eind april met concrete maatregelen op de proppen. Men overweegt een ‘circulatie’ van de directeurs van de belastingskantoren om cliëntelisme tegen te gaan; ook de interne controle zou versterkt worden.
Bedrog met de btw is een van de belangrijke verliesposten voor de staatskas. De regering denkt aan een originele (volgens anderen: belachelijke) maatregel. Klanten zouden met btw-kwitanties kunnen deelnemen aan een lotto; op die manier zouden de btw-inkomsten met 250 tot 600 miljoen per jaar stijgen. Btw-fraude op de grote toeristische eilanden zou bestreden worden door de betaling van bedragen hoger dan 70 euro alleen elektronisch toe te laten.
Nog een werkterrein voor de Griekse fiscus zijn smokkel en zwarthandel, die de staatskas jaarlijks naar schatting anderhalf miljard euro kosten, de helft ervan door niet aangegeven tabakswaren. Door aangepaste maatregelen hoopt men 250 à 400 miljoen te kunnen recupereren.
Wat betreft het betalen van achterstallige belastingen zijn er in principe belangrijke perspectieven. Het gecumuleerd achterstal wordt op 80 miljard euro geschat; maar veel belastingplichtigen zijn ondertussen werkloos, en veel bedrijven sloten de deuren. De nieuwe regering nam een maatregel van de vorige over, waardoor achterstallen gespreid over 100 maanden kunnen afbetaald worden. Wie toch in één keer betaalt, ontloopt boetes en verwijlintresten.
In het maritieme Griekenland met zijn reders-oligarchen is de zwendel met scheepsdiesel, bv. op de markt gebracht als tractordiesel, ook een belangrijke ‘bron’ van gederfde overheidsinkomsten, geschat op 1,2 miljard euro. Ook het verkopen van laagbelaste mazout voor verwarming als motorbrandstof brengt voor sommige kartels veel geld in het laatje. Kadritzke stipt aan dat de regering Tsipras op dit vlak ook slechts laat, half april, in actie kwam.
De Griekse onderhandelaars claimden inkomsten gaande van 2,3 tot 3,25 miljard euro door de maatregelen tegen fiscale fraude en voor het betalen van uitstaande belastingschulden.
- De twee stenen des aanstoots: pensioenen en arbeidsmarkt
Tegen de hoger opgesomde maatregelen voorgesteld door de Griekse regering zou er vanwege de Europese ‘partners’ weinig ingebracht worden, tenzij geredetwist over punten en komma’s. De ‘vooruitgang’ waarover de voorbije weken zo vaak sprake was heeft met dit hoofdstuk te maken; de Griekse regering kan er zich bijvoorbeeld op beroemen dat ze het vereiste ‘primair overschot’ aanzienlijk heeft weten te verlagen; als tegenprestatie heeft ze misschien bepaalde ramingen van extra-inkomsten realistischer ingeschat. Een overeenkomst over deze punten tussen de regering Tsipras en Brussel is niet alleen mogelijk, maar zeer waarschijnlijk, stelt Kadritzke. De onenigheid betreft de pensioenen en de arbeidsmarkt. Maar het is net op deze punten dat de ‘partners’ willen dat Athene buigt. De tribune van Tsipras in Le Monde kan men zien als een en al verontwaardiging hierover. Kijk, zegt Tsipras, alhoewel we radicaal tegen privatiseringen zijn, hebben we ze toch aanvaard om onze goede wil te tonen. En alhoewel we beloofd hadden de arbeidswetgeving onmiddellijk te herstellen, wachten we op het advies van de Internationale Arbeidsorganisatie. En we verhogen de reële pensioenleeftijd! Maar de tegenpartij blijft onbuigzaam…
Wat willen de tegenpartijen?
- Op het vlak van de arbeidsmarkt willen ze, het IMF op de eerste plaats, een verregaande hervorming van het arbeidsrecht en de loononderhandelingen, en de ‘opening’ van bepaalde ‘gesloten’ beroepsgroepen. Zeer aanstootgevend zijn de eisen voor de mogelijkheid van eenzijdig besliste massaontslagen, en voor de inperking van de rol van de vakbonden bij de totstandkoming van de arbeidsovereenkomsten. De Griekse regering heeft hierop niet vlakaf nee gezegd, maar aangedrongen op een ‘breed overlegproces’ hierover in de toekomst. Er zou een kans bestaan dat Brussel hiervan niet het breekpunt maakt. Maar het vooruitschuiven naar later lijkt helemaal geen kans te maken voor de Brusselse eisen:
- op het vlak van de pensioenen. De regering Tsipras heeft weliswaar haar belofte nog niet in daden omgezet om de laagste pensioenen (onder 700 euro ) met 8% te verhogen, maar de ambities van de ‘partners’ liggen elders. Ze willen niet horen van een ondersteuning van de pensioenkassen met belastingsgeld, een maatregel die volgens de Griekse regering ook na een economisch herstel noodzakelijk zal blijven. Maar de partners stellen dat dan maar bepaalde bijkomende pensioenrechten (die vaak voor een substantieel deel van bejaardeninkomens instaan ) moeten afgeschaft worden, en de pensioenleeftijd tegen 2020 naar 67 jaar moet gebracht worden. “De pensioenen dreigen daarmee grote slachtoffers van de crisis te worden“, merkt Kadritzke op. Niet alleen zijn veel werknemers door de zware economische recessie in vervroegd pensioen gegaan, met alle gevolgen voor de pensioenkassen, maar bij de schuldherschikking van 2012 waren deze kassen ook betrokken bij de ‘haircut’ [v], waar ze minstens 12 miljard euro aan inschoten. Het is dus onterecht om deze ‘haircut’ zonder meer als Private Sector Involvement (PSI) te bestempelen. En banken die verliezen leden door de ‘haircut’ werden wel geherkapitaliseerd, wat niet het geval was voor de pensioenkassen…
- Kadritzke vermeldt ook nog dat de Griekse onderhandelaars een ‘elegante link’ proberen te leggen tussen de financiering van de pensioenen en de opbrengsten van privatiseringen, die naar de pensioenkassen zouden gaan. Een elegante link of een vergulde pil ?
Wat denkt de linkerzijde hierover?
Tot zover de samenvatting van Kadritzkes analyse. Hoe worden de toegevingen van de Griekse regering met het oog op een ‘eerlijk compromis’ geëvalueerd door de linkerzijde in SYRIZA? Stathis Kouvelakis, die we al vaker aan het woord lieten op deze site, is er in ieder geval niet over te spreken. In een reactie op Tsipras’ tribune in Le Monde [vi] stelt hij dat ook de Griekse lezer hier voor de eerste maal te weten komt welke toegevingen reeds gedaan werden: een budgettair overschot, de facto verlaten van de eis van schuldannulatie, verhoging van de btw, uitstel van de verhoging van het minimumloon en van het herstel van de collectieve arbeidsovereenkomsten, pensioenhervormingen met het oog op besparingen, wegvallen van een belasting op grootgrondbezit… De ‘versterkte onafhankelijkheid van overheidsagentschappen’ betekent volgens Kouvelakis ook dat het staatssecretariaat verantwoordelijk voor de publieke ontvangsten onder supervisie zal werken van EU-instellingen. Al deze toegevingen werden ook nooit publiek besproken, niet in de partij, niet in het Parlement en zelfs niet collectief in de regering. Voorts zoekt Kouvelakis in Tsipras’ tekst tevergeefs naar een verwijzing naar de chantage die de Europese Centrale Bank uitoefent met haar liquiditeitspolitiek ten opzichte van Griekenland. Waar dit alles op afstevent is volgens Kouvelakis niet een breuk met de trojkapolitiek, maar een verzachte versie ervan. Van het programma van Thessaloniki , het verkiezingsprogramma van SYRIZA, blijft dan niet veel over.
Deze analyses en standpunten kunnen nuttig zijn om zich een oordeel te vormen over de ontwikkelingen die in Griekenland onvermijdelijk op stapel staan. Daarbij toch al één bedenking. Stel dat er deze maand een akkoord komt waardoor het restant van de tweede reddingsoperatie (bailout) uitbetaald wordt, de bewuste 7,2 miljard. Een bankroet zou dan voorlopig vermeden worden, lonen en pensioenen van juni zouden misschien kunnen uitbetaald worden (maar niet met een deel van de 7,2 miljard, want die dienen uitsluitend voor de afbetaling van de schuld). Indien dit zonder derde bailout en zonder formeel nieuw memorandum zou gebeuren, wat uiterst onwaarschijnlijk is, zou het als overwinning voor de Griekse regering kunnen gezien worden; de ‘partners’, Lagarde van het IMF en de Duitse minister van financiën Schäuble op kop, hebben steeds gezegd dat van de uitbetaling van de 7,2 miljard slechts sprake kan zijn bij een volledig akkoord, inclusief nieuw memorandum. Maar zou dit iets anders zijn dan een pyrrusoverwinning ? Wie een blik werpt op de afbetalingskalender van de Griekse schuld aan de ‘partners’ ziet een natie die voor generaties gekluisterd is aan de afbetaling van schulden. Was dit de verkiezingsbelofte van SYRIZA?
[i] Zie Verslag door Stathis Kouvelakis van het centraal comité van SYRIZA van 23-24 mei 2015.
[ii] Yanis Varoufakis, Austerity Is the Only Deal-Breaker, in Nederlandse vertaling te vinden op De Wereld Morgen. Twee opmerkingen bij deze vertaling. De voetnoot bij het begrip ‘primair overschot’ (primary surplus) vergeet te vermelden dat ‘primair’ erop duidt dat de rentebetalingen op leningen niet in rekening gebracht worden, geen onbelangrijk detail voor veel landen, en zeker niet voor Griekenland met een staatsschuld van 175% van het BBP. En nog een taalkundige bedenking: austerity wordt vertaald als ‘austeriteit’, wat voorlopig geen Nederlands is en door velen op wenkbrauwfronsen zal onthaald worden. Maar een goede vertaling ligt niet voor de hand. Het Engelse austerity en het Franse austérité wijzen niet alleen op bezuinigen, maar houden ook een dosis grimmigheid in. ‘Soberheidsbeleid’, een term die we op deze site vaak gebruiken als vertaling van austerity, heeft het voordeel dat het wel Nederlands is, en niet alleen aan bezuinigingen doet denken. Maar anderzijds wordt soberheid ook begrepen als een deugd; wie zich bewust is van de eindigheid van deze planeet wil soberder gaan leven. Dit is alvast niet het denkkader waarin het Europese ‘soberheidsbeleid’ zich situeert. Misschien moet de Nederlandse Taalunie toch maar de ‘austeriteit’ invoeren ?
[iii] Alexis Tsipras in Le Monde, 31 mei 2015, L’Europe est à la croisée des chemins, ook in het Engels te vinden op de website van de Griekse premier.
[iv] Die Lage spitzt sich zu – Zum Stand der Verhandlungen zwischen Athen und den „Institutionen“, NachDenkSeiten, 13 mei 2015.
[v] In 2012 kreeg Griekenland een tweede noodlening uit Europese fondsen en het IMF, zodat schulden aan banken verder konden afbetaald worden. Het is maar eerlijk dat ook de private sector een duit in het zakje doet, werd toen gesteld; deze Private Sector Involvement (PSI of haircut in het jargon) hield in dat wie geïnvesteerd had in de Griekse staatsschuld afzag van de helft van zijn claims. Erg veel protest vanwege de private sector is er nooit geweest. En met reden: in feite was Grieks staatspapier bijna waardeloos geworden, maar speculanten kregen er toch nog een redelijke prijs voor. Anders is het gesteld met openbare pensioenkassen die inkomsten ‘parkeren’ in staatsobligaties met het oog op de uitbetaling van pensioenen, niet met speculatieve doeleinden. Een deel van de pensioenbijdragen van de werknemers ging hier dus voor de bijl.
[vi] Stathis Kouvelakis, Le gouvernement Syriza pris au piège, 1 juni 2015, verschenen op TLAXCALA.