door Eelke Van Ark
Verschenen op de website van Follow the Money, 10 september 2015
Een nieuw rapport van waakhond Corporate Europe Observatory laat zien hoe groot de spierballen van de farmaceutische lobby in Brussel zijn; en die blijken fors. Een inkijkje in het machtige lobbynetwerk van Big Farma in Europa.
De farmaceutische industrie heeft ruim zeventien maal zoveel budget om Europese politici te bewerken als alle maatschappelijke organisaties bij elkaar en beschikt daarnaast over ruim drie keer zoveel lobbyisten. Dat blijkt uit het rapport Policy prescriptions; the firepower of the EU pharmaceutical lobby and implicaties for public health dat Corporate Europe Observatory (CEO) afgelopen week publiceerde.
Voor de farmalobby staat bij EU Commissarissen de deur bovendien wagenwijd open, blijkt uit het rapport. Alleen al tussen november 2014 en maart 2015 vonden in totaal 131 besprekingen plaats tussen verschillende EU-commissies en farmaceutische bedrijven, hun vertegenwoordigers bij de grote lobbykantoren en de Europese farma-belangengroep EFPIA.
Het rapport is ten vervolg op het eerdere onderzoek naar de farmaceutische lobby door CEO en Health Action International in 2012: Divide & Conquer: A look behind the scenes of the European Union pharmaceutical industry lobby. Daarin beschrijven beide organisaties voor het eerst uitgebreid de omvang van de lobby en de tactieken waarmee beleidsmakers warm gemaakt worden voor de doelen van de industrie.
‘Firepower’
Sinds 2012 zijn de inspanningen van de farmalobby in Europa flink verhoogd, zo lijkt het. De tien bedrijven met het hoogste budget voor lobby-activiteiten gaven in dat jaar volgens het transparantieregister voor belangenvertegenwoordigers in totaal 8,3 miljoen euro uit, drie jaar later is dat een kleine 15 miljoen euro.
In totaal geven de verschillende lobby-organen namens de farmaceutische industrie aan bijna 40 miljoen euro per jaar te spenderen. Een enorm bedrag vergeleken met de schamele 2,3 miljoen euro die alle onafhankelijke maatschappelijke organisaties die zich inspannen voor toegang tot medicijnen gezamenlijk te besteden hebben.
CEO stelt in het rapport overigens dat de werkelijke uitgaven van de farmaceutische industrie mogelijk nog veel hoger liggen dan blijkt uit het transparantieregister. ‘Te laag of niet rapporteren blijft een structureel probleem en het vrijwillige karakter van het transparantieregister en het gebrek aan monitoring suggereert dat de totale uitgaven van de farmaceutische industrie waarschijnlijk veel hoger liggen dan de 40 miljoen euro die wel is geregistreerd.’
Naast de ruime financiële middelen die beschikbaar zijn voor lobbywerk, voorziet de industrie in totaal 176,5 fulltime functies voor lobbyisten. Ruim driemaal zoveel mankracht als alle maatschappelijke organisaties beschikbaar hebben: 48,4 fulltime lobbyisten die bovendien deels actief zijn op andere gebieden dan medicijnenbeleid en daaraan gerelateerde beleidsgebieden.
Niet stilgezeten
Al die lobbyisten zitten bepaald niet stil, zoals we al zagen: de genoemde 131 afspraken met lobbyisten kwamen naar voren bij een analyse van de agenda’s van verschillende EU-commissies die met medicijnenbeleid van doen hebben. Het ging om de afdelingen Volksgezondheid, Onderzoek en Innovatie, Handel en Interne Markt en Diensten. Daarvan ging het in 52 gevallen om directe ontmoetingen met farmaceutische bedrijven, waaronder GlaxoSmithKline, Pfizer, Eli Lily en Novartis. Belangenorganisatie EFPIA vertegenwoordigde de industrie in 53 vergaderingen met de verschillende EU-directoraten.
Wat staat er op de agenda van al die overlegsessies? De afgelopen jaren spant de farmalobby zich hard in voor een aantal onderwerpen. Zo zijn de versterking en uitbreiding van patenten, waarmee medicijnenfabrikanten een langere periode van monopolie kunnen afdwingen op hun producten, regelmatig onderwerp van gesprek. Zo ook het beïnvloeden van regelgeving op het gebied van wetenschappelijke onderzoeksdata. De Europese Commissie heeft de afgelopen jaren maatregelen genomen om de data verkregen bij tests en onderzoek naar medicijnen transparanter te maken. Daar gaat de industrie nu rechtstreeks tegenin. Bijvoorbeeld met voorstellen om dat soort informatie af te schermen voor het publiek en slechts onder strikte voorwaarden prijs te geven, om enkel samenvattingen te publiceren en om onderzoeksdata te laten bestempelen als ‘handelsgeheim’.
Verkapte subsidie
Veruit de meeste vergaderingen tussen de EFPIA en directoraat-generaal Onderzoek en Innovatie betreffen het Innovative Medicines Initiative (IMI) – Europa’s grootste publiek-private initiatief. Volgens het rapport is het in feite een verkapte subsidiemachine. Binnen het IMI werkt belangenorganisatie EFPIA namens haar leden samen met de EU om onderzoeksprojecten op te starten waaraan academici en farmabedrijven samen deelnemen. EFPIA heeft binnen het initiatief de positie om doelen en prioriteiten te stellen, onderzoeksonderwerpen te bepalen en budgetten toe te wijzen aan onderzoekers.
De Europese belastingbetaler draait voor 1,6 miljard euro op voor de begroting van het IMI tot 2024. Farmaceutische bedrijven die lid zijn van EFPIA hebben daarnaast in totaal 1,4 miljard euro toegezegd, maar dan in natura: door gratis toegang tot hun laboratoria te geven en hun onderzoekers mee te laten werken aan IMI. Daarmee weet de industrie voor 1,6 miljard euro aan subsidie binnen te hengelen voor research en development, kosten die later nogmaals verhaald zullen worden op de patiënt door ze op te voeren in de prijsbepaling van een medicijn, stelt het CEO-rapport.
TTIP
Maar de agenda van de farmalobby is op dit moment met name gericht op trans-Atlantisch handelsverdrag TTIP, waarin de farmaceutische industrie grote belangen heeft – zowel aan de Europese als aan de Amerikaanse kant van de oceaan. In TTIP komen alle voorgenoemde doelstellingen eigenlijk samen. Met als verschil dat wanneer afspraken eenmaal in TTIP zijn vastgelegd, een internationale scheidsrechter – Investor State Dispute Settlement (ISDS) – EU-lidstaten op de vingers kan tikken wanneer hun zorgbeleid de afspraken over belangen van farmaceutische bedrijven schendt. Dat kan betekenen dat een geslaagde poging van minister Edith Schippers om de prijzen van dure medicijnen naar beneden te krijgen, in theorie zou kunnen leiden tot een boete die de belastingbetaler dient te voldoen aan de farmaceutische industrie.
De Europese Commissie lijkt haar oren te laten hangen naar de goed vertegenwoordigde industrie, aldus de onderzoekers van CEO. ‘De farmaceutische industrie ziet TTIP als een kans om haar agenda door te drukken. Zorgelijk is dat de Europese Commissie dat maar al te graag toestaat, met de kritiekloze belofte om het wensenlijstje van de industrie mee te nemen naar de onderhandelingstafel.’