door Herman Michiel, juli 2011
Op 7 juni 2011 maakte de Europese Commissie haar aanbevelingen bekend voor elke lidstaat op het vlak van sociaal-economisch en financieel beleid. Deze aanbevelingen werden dan door de Raad van Ministers op 20 juni aangenomen, en vormen het eerste concrete gevolg van de neoliberale machtsgreep die de Europese instellingen aan het uitvoeren zijn. Deze aanbevelingen kaderen in een aanpak, bekend als ‘Europees semester’, juridisch steunend op het Verdrag van Lissabon (een andere machtsgreep van de EU, die de gesjeesde ‘Europese grondwet’ van 2005 dan maar verving door een verdrag). Daarnaast volgt de neoliberale machtsgreep nog een ander spoor, dat momenteel ook in een eindfase komt: de wetgeving rond de economic governance, het beruchte ‘sixpack’ waarover we al bericht hebben. (En dan zijn er nog de engagementen die de ondertekenaars van het Europlus-pact aangegaan hebben; over de samenhangen tussen al deze variaties op het neoliberale thema is er een nota van de Commissie.)
Europees Semester
Het Europees semester houdt in dat elke lidstaat ieder jaar in april twee documenten indient bij de Europese commissie: een ‘nationaal hervormingsprogramma’ met voorstellen die het concurrentievermogen moeten verhogen (hervorming van de arbeidsmarkt, maatregelen i.v.m. onderzoek en ontwikkeling …) en een ‘stabiliteitsprogramma’ dat over meerdere jaren de budgettaire discipline moet garanderen, zelfs nog vóór het nationaal parlement erover gediscussieerd heeft.
De Europese commissie bestudeert deze documenten, en beoordeelt ze o.a. in het licht van de aanbevelingen die ze in het begin van het jaar, in januari, gedaan heeft in haar ‘Jaarlijkse Groeiraming’ (Annual Growth Survey). Tenslotte formuleert de Commissie haar aanbevelingen
(om precies te zijn, ze doet een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad, m.a.w. ze geeft de Raad de pap in de mond over wat deze moet aanbevelen aan de lidstaten).
Deze aanbevelingen zijn dus recent bekend geworden, en moeten nu in politieke maatregelen omgezet worden. Zijn er echte sancties bij niet-naleving? Voor wat betreft het budgettaire wel; die zijn voorzien in het Verdrag van Lissabon (zie bv. Art. 126). Voor wat betreft het ‘hervormingsprogramma’ strikt genomen niet, maar men moet zich geen illusies maken: de regeringen omarmen het neoliberaal beleid en worden alleen gesterkt door de EU om hun antisociaal beleid verder te zetten. Bovendien zal zeer binnenkort het ‘sixpack’ verandering brengen, de wetten dus die in de eindfase van goedkeuring door Europees parlement en Raad gekomen zijn. Twee ervan hebben betrekking op het ‘macro-economisch evenwicht’, waarbij zware financiële sancties voorzien worden bij niet naleving van aanbevelingen. We zullen er nog in een andere bijdrage op terugkomen, maar het zijn niet alleen de ‘rechtse’ partijen in het Europees parlement die deze wetten enthoesiast goedkeurden…
Het zal de lezer niet verbazen dat aan deze hele bedoening een enorme papierwinkel verbonden is: documenten van de lidstaten, analyse door de Commissie, aanbevelingen van Commissie en Raad… Het praktisch eindresultaat is echter heel beknopt, en door velen al lang voorspeld: het gaat erover hoe lonen, pensioenen, werkloosheidsuitkeringen naar beneden kunnen gehaald, en winsten, pensioenleeftijden en uitbuiting van de werkkracht omhoog. Of in de woorden van Luc Cortebeeck, voorzitter van de Belgische christelijke vakbond ACV : “Dit rapport beantwoordde volledig aan mijn verwachtingen. Niet omdat het de juiste analyses bevat, wel omdat het zo voorspelbaar is. De economische haviken in Europa hebben dit rapport nog maar eens benut om de usual suspects aan te vallen en hun eenzijdige, neoliberale benadering voor het budgettaire en sociaaleconomische beleid op te leggen.”
We geven hieronder deze beknopte aanbevelingen voor Nederland en België, en een verwijzing naar de diverse gerelateerde documenten. Wie wil weten wat de Commissie voor de andere lidstaten in petto had, kan hier terecht.
Nederland
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE (…) BEVEELT AAN dat Nederland in de periode 2011-2012 actie onderneemt overeenkomstig de volgende punten:
(1) De begrotingsstrategie voor 2012 en daarna uitvoeren zoals gepland. Ervoor zorgen
dat het corrigeren van het buitensporig tekort houdbaar en groeivriendelijk is, door
de uitgaven op gebieden die van rechtstreeks belang zijn voor de groei zoals
onderzoek en innovatie, onderwijs en opleiding, te ontzien.
(2) Maatregelen nemen om de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd te verhogen door
deze aan de levensverwachting te koppelen en deze maatregelen met andere te
ondersteunen om de effectieve pensioengerechtigde leeftijd op te trekken en de
houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren. Een
blauwdruk voor te bereiden om de langdurige zorg met het oog op de vergrijzing te
hervormen.
(3) De arbeidsmarktparticipatie vergroten door de negatieve fiscale prikkels om te
werken voor verdieners van een tweede inkomen te verminderen en maatregelen op
te stellen om de meest kwetsbare groepen te ondersteunen en hen te helpen opnieuw
de arbeidsmarkt te betreden.
(4) Innovatie, particuliere investeringen in O&O en nauwere banden tussen wetenschap
en bedrijfsleven bevorderen door het geven van de juiste prikkels in het kader van
het nieuwe bedrijfslevenbeleid (‘Naar de top’).
(5) De hoge kosten van congestie in vervoernetwerken blijven verminderen door te
zorgen voor een verschuiving van vaste naar variabele kosten van wegvervoer, door
gerichte uitbreidingen van het spoor- en wegennetwerk en door de invoering van
rekeningrijden.
Documenten:
Nederlands hervormingsplan (20 blz)
Nederlands Stabiliteitsplan (58 blz, alleen in het Engels beschikbaar)
Commentaar Europese commissie (30 blz)
Aanbevelingen voor Nederland (7 blz)
België
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE (…) BEVEELT AAN dat België in de periode 2011-2012 actie onderneemt om:
(1) Het aan de gang zijnde economische herstel aan te grijpen om meer vaart te zetten
achter de correctie van het buitensporige tekort door tegen de indiening van de
begroting voor 2012 de nodige maatregelen te nemen – vooral aan de uitgavenzijde –
om een gemiddelde structurele inspanning van ten minste 0,75% van het bbp te
leveren. Het overheidstekort zou daardoor uiterlijk in 2012 tot ver onder de referentiewaarde van 3% van het bbp worden teruggebracht. Jaarlijks een vooruitgang van ten minste 0,5% van het bbp te boeken in de richting van de middellangetermijndoelstelling.
(2) Stappen te ondernemen om de langetermijnhoudbaarheid van de openbare financiën
te verbeteren. Het accent dient daarbij te worden gelegd op het uitstippelen van een
strategie die erop gericht is de leeftijdsgerelateerde uitgaven in toom te houden,
onder meer door vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt te voorkomen teneinde de
effectieve pensioenleeftijd te verhogen, alsook op de koppeling van de wettelijke
pensioenleeftijd aan de levensverwachting.
(3) De structurele zwakheden in de financiële sector aan te pakken, met name door de
herstructurering af te ronden van de banken die behoefte hebben aan een adequaat
gefinancierd en levensvatbaar bedrijfsmodel.
(4) In overleg met de sociale partners en conform de nationale praktijken het systeem
voor het voeren van loononderhandelingen en het loonindexeringssysteem te
hervormen, teneinde ervoor te zorgen dat de loonstijging beter aansluit bij de
ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit en het concurrentievermogen.
(5) De arbeidsparticipatie naar een hoger peil te tillen door de hoge fiscale en sociale
lasten voor laagbetaalden op budgettair neutrale wijze te verlichten en door een
systeem in te voeren waarbij het niveau van de werkloosheidsuitkeringen geleidelijk
afneemt naarmate de periode van werkloosheid langer duurt. Stappen te ondernemen
om de belastingdruk te verschuiven van arbeid naar consumptie en om het
belastingstelsel milieuvriendelijker te maken. Het actieve arbeidsmarktbeleid
doeltreffender te maken door specifiek op oudere werknemers en kwetsbare groepen
gerichte maatregelen te treffen.
(6) Maatregelen te nemen om de concurrentie in de detailhandel te stimuleren door de
toegangsbelemmeringen en de operationele beperkingen te reduceren; en
maatregelen te nemen om de concurrentie op de elektriciteits- en de gasmarkt te
bevorderen door de doeltreffendheid van de sectorale regulerende en
mededingingsautoriteiten verder te verhogen.
Documenten:
Belgisch hervormingsplan (125 blz)
Belgisch Stabiliteitsplan (80 blz)
Commentaar Europese commissie (30 blz)
Aanbevelingen voor België (7 blz)
Het gemeenschappelijk vakbondsfront reageerde op 15 juni in een open brief.