door Herman Michiel, 14 juni 2012
Het Europees parlement stemde gisteren 13 juni over twee nieuwe verordeningen (Europese wetten) die het Europees neoliberaal keurslijf nog aanzienlijk strakker zullen dichtsnoeren. In dit artikel hebben we het over de ontwerpteksten van de Europese Commissie die de twee voorstellen lanceerde, de amendering ervan in de parlementaire commissie en de houding van de politieke fracties daarbij, de stemming in het Europees parlement en de verwachte verdere afwikkeling ervan.
Op 13 december 2011 werd de sixpack van kracht, zes Europese wetten waardoor zowel de begrotingen als de macro-economische politiek van de lidstaten voor een groot deel door de Europese Unie (EU) worden overgenomen [1]. Maar nog vóór die sixpack van kracht werd, lanceerde de Europese Commissie op 23 november 2011 al twee nieuwe wetsontwerpen om de 6-pack nog te versterken met een 2-pack. Het zijn verordeningen die zowel door het Europees parlement als door de Raad van ministers moeten goedgekeurd worden volgens de ‘medebeslissingsprocedure’. Alvorens het voltallige parlement zich over dergelijke teksten uitspreekt, worden ze eerst behandeld in een parlementaire commissie, in dit geval de commissie economie en monetaire zaken. Half mei keurde deze commissie de twee rapporten goed, één per verordening, en over deze standpunten stemde het Europees parlement in plenaire zitting op 13 juni 2012. Dit opent dan de weg voor een akkoord tussen parlement en Raad van ministers, zodat de 2-pack mogelijks nog dit jaar van kracht wordt.
We hebben de commissievoorstellen reeds elders voorgesteld [2], hieronder een korte samenvatting. Gemakshalve noemen we de twee teksten naar de rapporteurs in de parlementaire commissie: verordening 1, Ferreira en verordening 2, Gauzès)
Ontwerp verordening 1, (‘Ferreira’)
- voor de landen van de eurozone
- ontwerpbegrotingswet moet tegen 15 oktober van elk jaar aan de Europese Commissie voorgelegd worden, dus nog voor hij naar het nationaal parlement gaat; macro-economische prognoses (groeiverwachtingen) moeten door een ‘onafhankelijke’ begrotingsraad opgesteld worden;
- De Europese Commissie brengt hierover advies uit en kan een herzienning van de ontwerpbegroting vragen;
- Het begrotingsevenwicht moet gegarandeerd worden door vastliggende regels, die liefst grondwettelijk verankerd zijn; zulke ‘gouden regel’ zit ook vervat in het begrotingsverdrag [3]
- Het toezicht op landen die onderworpen zijn aan de buitensporigtekortprocedure (begrotingstekort groter dan 3% van het BBP) wordt nog verscherpt. Ze moeten twee maal per jaar de vooruitgang rapporteren aan de Commissie en de Raad, Eurostat kan de overheidsrekeningen controleren. Als de Commissie van mening is dat er een risico is dat de lidstaat het buitensporig tekort niet zal weggewerkt hebben binnen de vooropgestelde termijn kan ze bijkomende aanbevelingen doen.
- Alhoewel er geen enkele juridische basis is voor de inmenging van de Europese Commissie in de begroting van een lidstaat, en haar vraag tot herziening van de ontwerpbegrotingswet slechts een ‘opinie’ is (niet dwingend advies), zit er een adder onder het gras: wanneer geoordeeld wordt over het bestaan van een buitensporig tekort zal in rekening gebracht worden of men het Commissieadvies heeft opgevolgd… Eenmaal in de buitensporigtekortprocedure riskeert men wel zeer grote boetes (tot 0,5% van het BBP).
Ontwerp verordening 2, (‘Gauzès’)
- verscherpt toezicht op landen van de eurozone, die ofwel met ernstige financiële moeilijkheden te kampen hebben of dat risico lopen, ofwel financiële steun ontvangen (van een Europees fonds of het IMF); zolang geen 75% terugbetaald is, blijft het land onder toezicht;
- deze landen moeten een’aanpassingsprogramma’ indienen, om hun competitiviteit op peil te brengen, en bijkomende informatie geven aan de Europese Centrale Bank, Europese Commissie, … Niet- naleving van het aanpassingsprogramma kan leiden tot het niet uitbetalen van subsidies uit het landbouwfonds, cohesiefonds enzovoort.
- De Raad kan een lidstaat aanbevelen financiële steun te zoeken (met alle gevolgen van dien, inmenging van de trojka etc.)
Men moet geen scherpzinnige analyse uitvoeren om door te hebben dat hier een flinke trap wordt gegeven naar het beetje democratie waarover de lidstaten beschikken. Een parlement krijgt geen begrotingsontwerp voor ogen of de Brusselse commissarissen moeten het goedgekeurd hebben. Dezelfde club kan een aanpassingsprogramma opleggen, beslissen hoe begrotingstekorten worden weggewerkt, zwaaien met boetes van honderden miljoenen… Zouden parlementsleden zich daarmee bezighouden, vraag je je af. Sommigen wel blijkbaar; de commissie Europese Zaken van de Franse Senaat diende op 21 december 2011 een voorstel van resolutie in waarin (vooral omwille van de ‘gulden regel’) de schending van de subsidiariteit en de proportionaliteit van de ontwerpverordening wordt vastgesteld. De commissie financiën en begroting van de Belgische Kamer [4] boog zich op 31 januari 2012 eveneens over dit nieuwe EU-initiatief, nam kennis van het Franse standpunt en besprak de twee ontwerpen. De voorzitster van deze commissie Muriel Gerkens (Ecolo) kwam tot dezelfde bevinding als de Fransen, en wilde een gelijkaardig negatief subsidiariteitsadvies laten goedkeuren. Maar dat was buiten de liberalen, christen-democraten en … sociaal-democraten gerekend (Dirk Van der Maelen voor sp.a, Olivier Henry voor de PS), die dergelijk ‘anti-europeanisme’ meteen de kop indrukten.
14 mei: parlementaire commissie bereikt akkoord. Of toch niet?
Deze voorstellen van de Europese Commissie werden besproken en geamendeerd in de commissie economie van het Europees parlement (een vijftigtal leden en evenveel plaatsvervangers uit de verschillende politieke fracties). Over de amendementen wordt gestemd (met gewone meerderheid) en op basis hiervan wordt door de rapporteur een eindrapport opgesteld dat dan moet goedgekeurd worden door de commissie. Dit gebeurde op 14 mei. De rapporten werden goedgekeurd, maar met een krappe meerderheid doordat de sociaal-democraten (S&D fractie) zich onthielden, tot grote verontwaardiging van liberalen en christen-democraten. Er was trouwens al hommeles omdat S&D de stemming in de commissie wilde uitstellen, “om rekening te houden met nieuwe politieke evoluties” zoals de verkiezing van Hollande in Frankrijk.
Dit leidde tot enige twijfel over de haalbaarheid van een goedkeuring in versneld tempo. Een woordje uitleg. Als de meerderheid in de commissie zich sterk genoeg voelt, kan ze via een ‘binnenweg’ de medebeslissingsprocedure sneller laten afwerken. Kleine delegaties van parlement, Europese commissie en Raad overleggen dan over een compromis. Dit zijn de zogezegde trialoog- onderhandelingen die eigenlijk een aanfluiting zijn van een ietwat democratische functionering. Aan de plenaire vergadering van het Europees parlement wordt dan een vooraf beklonken compromis voorgelegd, dat alle kans op vlugge goedkeuring heeft.
Omwille van de krappe meerderheid in de parlementaire commissie wilde men het meerderheidsstandpunt laten bekrachtigen door een ‘proefstemming’ [5] in het Europees parlement. Dit gebeurde dus gisteren, 13 juni, en gezien daar sterke steun bleek voor de rapporten van de parlementaire commissie uit alle grote fracties, zullen de trialooggesprekken nu vlug op gang komen. Met de stemming van de sixpack vorig jaar werd dezelfde truc toegepast.
Amendementen
In de parlementaire commissie werden een aantal belangrijke amendementen voorgesteld. Het allerbelangrijkste luidt: “Het Europees parlement verwerpt het voorstel van de Europese Commissie.” en werd ingediend zowel op verordening 1 als verordening 2. Het zal niemand verbazen dat het amendement verworpen werd, evenmin dat het ingediend werd door de linkse fractie van Verenigd Europees Links (GUE); maar het is het vermelden waard dat ook twee commissieleden van de Franse PS, Liem Hoang Ngoc en Pervenche Berès , een gelijkluidend amendement indienden. Ze gaven een expliciete verantwoording: de voorstellen zullen de recessie alleen verergeren, en in het geval van verordening 2 (Gauzès) voegden ze eraan toe: “Het is juist dat de eurozone een betere economische coördinatie nodig heeft, maar vanuit democratisch standpunt mag deze coördinatie niet de vorm aannemen van processen die de verkozen vertegenwoordigers volledig ontdoen van hun beslissingsmacht.” [6]. Nu nog de hele Europese sociaaldemocratie daarvan overtuigen, en we zijn een stap vooruit…
De “gouden regel” (wettelijke verankering van het begrotingsevenwicht) werd niet geschrapt, zoals sommigen beweren, maar de referentie naar de grondwet werd weggelaten, en er werd een uitzonderingsclausule aan toegevoegd voor het geval van “exceptionele omstandigheden en ernstige economische teruggang”. De mogelijkheid dat een lidstaat aanbevolen wordt financiële steun te zoeken is evenmin geschrapt, maar er wordt nu expliciet verwezen naar de Europese fondsen (EFSF, ESM).
Op diverse punten werd een sociale touch toegevoegd, door eraan te herinneren dat de EU tewerkstelling en sociale bescherming nastreeft, gekant is tegen uitsluiting, nationale praktijken respecteert en nog meer van die dingen die zo mooi staan in een tekst maar in de praktijk weinig of niets betekenen. Van praktischer belang (indien overgenomen door de Raad) zou het amendement zijn dat uit het Commissievoorstel de paragraaf schrapt die niet-opvolging van een opgelegd aanpassingsprogramma bestraft met het intrekken van subsidies uit cohesie- of andere fondsen.
Globaal stellen de goedgekeurde amendementen het EU-voogdijschap over de nationale begrotingspolitiek niet in vraag; de ontwerpbegrotingen moeten zelfs niet tegen 15 oktober (voorstel Europese Commissie) maar tegen 1 oktober ingediend worden als het van de europarlementairen afhangt. Wel reageren de parlementairen tegen de automatische bevoegdheid die de Europese Commissie zichzelf toekende; ze zou die bevoegdheid telkens expliciet moeten toegekend krijgen.
De belangrijkste trend in de amendementen is ongetwijfeld de verzuchting naar economische groei. Groei en soberheidspolitiek: Europese politici zijn bezig de economische theorie hierover te vernieuwen, tenminste met woorden. Groei en soberheidspolitiek gaan perfect samen, growth through clever cuts. , zo luidt de nieuwe Europese wijsheid. Natuurlijk voegt men er steevast aan toe dat het duurzame groei moet zijn. Het belangrijkste voorstel dienaangaande luidt: “De Europese Commissie presenteert een voorstel voor een instrument voor duurzame groei voor de eurozone, gericht op het mobiliseren van ongeveer 1% van het bbp per jaar gedurende een periode van tien jaar, inclusief een verhoging van het kapitaal van de Europese Investeringsbank en projectobligaties, voor investeringen in Europese infrastructuur, met inbegrip van wetenschap en technologie.”
Wat betreft het gemeenschappelijk beheren van de staatsschuld zijn er twee voorstellen. Alhoewel zowel liberalen als sociaal-democraten achter euro-obligaties staan, blijft dit idee op Duits verzet stoten (maar ook op Nederlands, Fins, Oostenrijks…) Er is dan ook een eerdere schuchtere poging het idee overeind te houden [7]:
“Uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening presenteert de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag, en zo nodig een voorstel, waarin de mogelijkheid wordt nagegaan van oprichting van een Europese schuldenautoriteit die verantwoordelijk zou zijn voor het beheer en de coördinatie van alle aangelegenheden in verband met het jaarlijkse schuldemissieplan van de lidstaten, de verlenging van hun uitstaande schulden en een beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsschuld van alle lidstaten.”
Gezien de geringe slaagkansen in de Raad, wordt ook een alternatief voor euro-obligaties naar voor gebracht in de vorm van een ‘Europees aflossingsfonds’ of ‘schulddelgingsfonds’ (European Redemption Fund, ERF). Staatsschulden onder 60% van het BBP zouden nationaal blijven, die boven 60% zouden in dit ERF gestopt worden en op een periode van 25 jaar afgelost moeten worden, waarbij allerlei waarborgen zouden ingebouwd worden. Na deze 25 jaar zou het ERF opgedoekt worden. Het idee is afkomstig van een aantal Duitse economisten, en de Duitse regering zou er niet direct negatief tegenover staan. Het is trouwens opvallend dat zowel de liberale fractie (ALDE) als de sociaaldemocratische (S&D) het aflossingsfonds als een succes van hun inspanningen voorstellen. Nu ja, in het Europees parlement zijn links en rechts vrij vage begrippen; het was de Franse liberale Sylvie Goulard die een beperking op het kapitaalverkeer voorstelde in het kader van de bestrijding van de fiscale fraude.
Met een bankroet van een lidstaat wordt ook rekening gehouden. Maar dit zou dan ‘netjes’ moeten verlopen, via een procedure verwant aan de Amerikaanse ‘Chapter 11’-regeling waarbij de Europese Commissie het beheer overneemt van de kapseizende staat.
De ‘proefstemming’ in het Europees parlement op 13 juni
Wegens de onthouding van de sociaal-democratische vertegenwoordigers in de parlementaire commissie op 14 mei was er dus twijfel aan de haalbaarheid van een versnelde afhandeling. Een stemming in het Europees parlement moest hierover duidelijkheid brengen. Zouden de sociaal-democraten het aandurven publiekelijk de ‘parlementaire eensgezindheid’ te doorbreken? Durven ze de ondankbaarheid zo ver drijven nu hun voorstellen voor groei in de amendementen opgenomen zijn?
Het antwoord is dus nee; de stemming van 13 juni wordt algemeen gezien als een sterke steun voor de geamendeerde 2-pack. Een blik op onderstaand diagram [8] leert inderdaad dat er uit sociaal-democratische en groene hoek slechts zeer gering verzet was.
Reeds voor de stemming gaf S&D-fractieleider Hannes Swoboda trouwens aan dat hij hoopte op goedkeuring, want “dit is het begin van een begrotingsunie“.
Na de stemming klonk er tevredenheid uit alle kwartieren. Een sterk signaal, volgens de Belgische christen-democrate (CD&V) en EVV-woordvoerder Marianne Thyssen: “dit 2-pack geeft de EU alle nodige instrumenten om de budgetaire discipline van de lidstaten te superviseren, via een continue informatiestroom van de lidstaten naar de Europese Commissie“. “Voor de eerste maal is er een structurele oplossing voor de eurocrisis op tafel“, zei liberaal woordvoerder Guy Verhofstadt. “Een mijlpaal voor parlementaire eensgezindheid“, jubelde Daniel Cohn-Bendit voor de Europese groenen; en voor de Vlaamse groene Bart Staes is “het begrotingspact dat eind vorig jaar zonder democratisch debat in elkaar is geflanst tijdens een onderonsje van regeringsleiders nu al helemaal overbodig. Dit voorstel is beter en heeft wél democratische legitimiteit.” Het Nederlandse Groenlinks (Cornelissen, Eickhout en Sargentini) stemden ook voor, geheel volgens verwachting trouwens en net zoals hun PvdA-collega’s, Bozkurt, Berman en Merkies,.
De Franse PS-ers die in de commissie nog scherp uit de hoek kwamen, hebben in de plenaire stemming het voorstel Ferreira goedgekeurd en zich onthouden bij dat van Gauzès. Hun Vlaamse sp.a-collega’s Said El Khadraoui en Kathleen Van Brempt deden hetzelfde. “Met de stemming van het zogenaamde Two Pack in het Europees parlement lijkt er eindelijk een kentering te zijn ontstaan in het conservatieve Europese beleid dat lidstaten enkel verplicht tot strikte begrotingsdiscipline“, meent Khadraoui op zijn website. Een pluim echter verdienen de Belgische PS-europarlementairen Frédéric Daerden, Marc Tarabella en Véronique De Keyser die samen met drie andere S&D-fractieleden tegen de twee verordeningen stemden. “Deze tekst blijft in tegenspraak met onze hoop op een solidair Europa“, was hun verantwoording, wat bewijst dat het gezond verstand nog niet helemaal heeft afgedaan in politiek Europa.
Hoe gaat het verder?
Er starten eerstdaags onderhandelingen ‘en petit comité’ tussen afvaardigingen van het parlement, de Commissie en de Raad. De groei-voorstellen, euro-obligaties en waarschijnlijk ook het schulddelgingsfonds zullen op verzet stoten van Duitse en andere orthodoxen, en het is weinig waarschijnlijk dat er daarover vlug een vergelijk gevonden wordt. Gezien het belang dat deze orthodoxen hechten aan de ‘gulden regel’, zou de afloop van het begrotingsverdrag – dat deze regel oplegt zonder de behalves en maars van de 2-pack – daarbij van invloed kunnen zijn. Op 29 juni stemt de Bondsdag over dit verdrag; Merkel heeft steun van de oppositie nodig om aan een tweederde meerderheid te komen.
Maar belangrijker dan deze kopzorgen voor politici is de vraag: hoe moet het verder met de Europeërs? Ze zitten opgescheept met een reeks instellingen waarop ze geen vat hebben, en die hen regelrecht naar een sociale woestenij drijven. Hun politieke vertegenwoordigers vertegenwoordigen hen niet; hun vakbonden zijn bezorgd, maar nemen geen initiatieven die opgewassen zijn tegen de ernst van de situatie. Kan een linkse Griekse verkiezingsoverwinning het startsein zijn voor een tegenoffensief? Of moet men eerst rechtse dictaturen aan de macht zien komen, of de Verelendung van een ganse natie om eindelijk door te hebben dat dit Europa niet de bakermat, maar het kerkhof is van democratie, rechtvaardigheid en sociale vooruitgang?
[1] H. Michiel , Het Europees parlement stemt binnenkort tegen de democratie, mei 2011;
H. Michiel , Europees Parlement keurt ‘economisch bestuur’ goed: 6 wetten als bekroning van 60 jaar liberalisering, oktober 2011;
Corinne Gobin, De Europese unie neemt afscheid van de democratie, november 2011;
6-pack in Publicatieblad, 27 november 2011.
Brochure “Het Europees economisch bestuur“, Ander Europa en Actiecomité Europa, maart 2012
[2] H. Michiel, Europese Commissie lanceert twee nieuwe oekazen: van 6-pack naar 8-pack, december 2011.
[3] Waarom wil men dezelfde dwang opleggen via een verordening (Europese wet) als die ook in een verdrag vermeld staat? Dit verdrag is weliswaar nog niet goedgekeurd, men kan het dus beschouwen als wedden op twee paarden als zowel de weg van het internationaal verdrag als die van de EUropese wet bewandeld worden. Maar we vermoeden dat het een algemenere strategie is. Men kan op die manier immers de ‘voordelen’ van de twee methodes combineren. Een verordening kan relatief gemakkelijk goedgekeurd, maar in principe ook (door andere politieke meerderheden) relatief gemakkelijk veranderd worden. Van een verordening gaat ook de ondubbelzinnige juridische dwang uit van een wet. Een Europees verdrag daarentegen moet met unanimiteit goedgekeurd worden (alhoewel men ook daaraan een mouw past; het begrotingsverdrag wordt al zeker door 2 landen niet goedgekeurd), maar kan dan ook zeer moeilijk gewijzigd worden. Het dwingende karakter ervan is echter minder uitgesproken dan van een Europese verordening, waarvoor het Europees Hof van Justitie kan ingeroepen worden.
[4] Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers, DOC 53 2048/001.
[5] Dit houdt in dat er wel gestemd wordt over het rapport, maar niet over de zogenoemde wetgevende resolutie.
[6] Deze verantwoording zou minstens evenzeer gepast hebben bij de andere verordening, maar dit was waarschijnlijk te onvriendelijk tegenover rapporteur Ferreira die tot dezelfde sociaaldemocratische fractie S&D behoort als de indieners.
[7] Bij het enthoesiasme alom voor euro-obligaties moet men toch de volgende bedenking maken. Er is zeker een vorm van ‘solidariteit’, want alle lidstaten (of eurolanden?) zouden aan dezelfde rente lenen, Duitsland aan een iets hogere, Portugal aan een stuk lagere. Maar men blijft afhankelijk van de financiële markten. Men gaat leningen aan bij privébanken, bijvoorbeeld tegen een rente van 3%, terwijl deze banken kunnen lenen bij de Europese Centrale Bank aan 1%. Hoe kan men enthousiast zijn om jaarlijks een paar honderd miljard naar de bankiers toe te schuiven? Reken zelf maar, wetende dat in 2011 de totale staatsschuld in de Europese Unie 10.500 miljard € bedroeg… Waarom de overheden niet rechtstreeks laten lenen bij de ECB zoals de banken?
[8] De interactieve grafieken zijn te vinden op http://parltrack.euwiki.org/ . Het donkerrode staafje bij de tegenstemmers vertegenwoordigt de fractie van Verenigd Europees Links (GUE, met de Nederlandse SP, Die Linke, PCF enz.)