Komende evenementen

Europese top 28-29 juni 2012: de “stille revolutie” in een stroomversnelling

door Herman Michiel

“De Partij van de Europese Socialisten (PES) verwelkomt het veelbelovende resultaat van de Europese Top en de toezegging om concrete maatregelen te treffen om de crisis aan te pakken. Het is een overweldigende overwinning voor de progressieve agenda zoals hij in de voorbije jaren door de socialistische en sociaal-democratische familie werd opgesteld.”

Dat waren woorden van Sergei Stanishev, voorzitter van de Partij van de Europese Socialisten (PES) na afloop van de top. Zou er dan eindelijk een positieve wending zijn in de hoogste EU-regionen, meer zelfs, een overweldigende overwinning voor de progressieve agenda?

Laat ons eerst  overlopen wat er aanleiding zou kunnen geven tot dergelijke euforie. Dat zal ons enthousiasme al ettelijke graden doen dalen; maar als we het daarna zullen hebben over de echte “innovatie” op deze top, het  weinig gemediatiseerde plan Van Rompuy, pas dan krijgen we het echt koud. Een blauwdruk voor de sociale en democratische winter ligt op de Europese tekentafels, en zij die ons politiek moeten vertegenwoordigen vinden dit nog  veelbelovend ook!

“Groeipact”

Als we het zouden geloven, dan waait er een nieuwe wind door Europa sinds de verkiezing van François Hollande als president van Frankrijk. Daardoor zou er een einde komen aan de eenzijdige soberheidspolitiek en komt de economische groei terug op de agenda. En zie, op de top van eind juni werd er een “Groeipact” goedgekeurd. Leg dit Groeipact in de ene schaal, en het Begrotingspact in de andere, en de balans is weer in evenwicht, zo luidt de boodschap. Of zoals SPD-voorzitter Sigmar Gabriel het stelde: het gaat niet over een verandering van het begrotingspact, maar om de vervollediging ervan, initiatieven voor groei en tewerkstelling.

Wat houdt dit Groeipact, deze pasmunt voor het Begrotingspact en de vele andere punten van de neoliberale agenda nu precies in?
Er zou een enveloppe komen van  130 miljard euro voor investeringen in “toekomstgerichte sectoren” en om bedrijven gemakkelijker aan krediet te helpen. Een bedrag van 130 miljard euro is weliswaar slechts 1% van het Europees bruto binnenlands product (BBP), en slechts een peulschil in vergelijking met wat reeds door overheden en de Europese Centrale Bank naar de bankensector werd toegeschoven, maar het zijn miljarden die niet moeten bespaard, maar die geïnvesteerd worden! Toch noemt Daniel Gros, directeur van het Centre for European Policy Studies (CEPS) dit niet méér dan “oude wijn in nieuwe zakken”. Waarom? Vooreerst is de kleine helft van dit bedrag (55 miljard) geen extra geld, maar het voorziene budget van 2013 van de Europese structuurfondsen. De operatie bestaat er dan in dat de bestemming van dit geld geheroriënteerd wordt naar de “toekomstgerichte sectoren”. De tweede truc verloopt via de Europese investeringsbank EIB. Als het kapitaal ervan met 10 miljard verhoogd wordt, kan, zoals het een bank betaamt, de befaamde hefboom in werking treden. Dan kan vier jaar lang jaarlijks 15 miljard euro uitgeleend worden. Men hoopt zelfs de hefboom nog heel wat langer te maken door te investeren via publiek-private samenwerkingscontracten (PPS), waarbij de private sector zelf met geld over de brug komt (wishful thinking, zegt Gros). En om de 130 miljard rond te maken is er een derde truc, projectobligaties genoemd (project bonds). Ook hier wordt gerekend op de wonderbaarlijke vermenigvuldiging der miljarden. Door één miljard in een waarborgfonds te stoppen, zouden private investeerders goedkoper kunnen lenen en hierdoor aangezet worden tot nieuwe investeringen.

Men ziet, het cadeau waarmee Hollande terug naar Parijs kon vertrekken is meer klatergoud dan harde munt.

“De nacht dat Merkel bakzeil haalde”

De tweede zege voor de progressieve agenda zou een “draai van 180 graden” van bondskanselier Angela Merkel zijn.  Sinds twee jaar lijkt de EU verdeeld tussen voor- en tegenstanders van gemeenschappelijk schuldbeheer, meer bepaald van euro-obligaties (het uitschrijven van Europese in plaats van nationale leningen om staatsschulden te delgen, wat de woekerrentes zou moeten vermijden bij landen als Griekenland, Portugal… maar hogere rentes zou meebrengen voor landen als Duitsland). Verzet ertegen komt vooral van de regeringen in Duitsland, Finland, Nederland en Oostenrijk. De voorstanders vindt men zowel bij groenen, liberalen, sociaal-democraten (maar SPD-voorzitter Gabriel noemde Hollandes aandringen op eurobonds “potsierlijk”); de Europese  christen-democraten (EVP, waartoe Merkels CDU behoort)  zien het maar wenselijk op heel lange termijn. We hebben het in deze bijdrage niet over het pro en contra van eurobonds [1] maar over de wending die aan dit  politieke steekspel gegeven werd op de voorbije top.

Merkel was naar de top gegaan met de belofte dat er geen gemeenschappelijk schuldbeheer zou zijn “solange ich lebe”. Haar liberale coalitiepartner FDP had het nog eens duidelijk gemaakt: eurobonds toestaan is zowat hetzelfde als aan een alcoholicus een kist whisky schenken… Nochtans werd de druk op de neen-zeggers groter, nu niet alleen het Europees perifeer uitschot , maar ook bonafide rechtse regeringen in Italië (o.l.v. ex-eurocommissaris Mario Monti) en Spanje (Rajoy) de dictatuur van de geldmarkten ondergaan en aandringen op Europese steun, zonder evenwel aan de schandpaal genageld te moeten worden zoals de Griekse, Portugese en Ierse confraters. Monti en Rajoy haalden op de top ook een wapen boven: geen groeipact zolang onze banken niet via de Europese fondsen (EFSF, ESM)  kunnen gespijsd worden, en dat zonder trojka-delegaties  in Rome of Madrid.

Monti en Rajoy hebben uiteindelijk op enige tegemoetkoming kunnen rekenen, maar het gaat absoluut niet om eurobonds, en de toezeggingen zijn nog verre van concreet. Pas als er een bankentoezichtsmechanisme (zie verder)  ingesteld is, verwacht tegen eind 2012,  zou er beroep kunnen op gedaan worden. Eurolanden die zich strikt aan alle EU-regels houden zouden dan “op een flexibele manier” beroep kunnen doen op het EFSF of zijn opvolger ESM,  zonder dat dit tot verhoogde staatsschuld en dus  nieuwe soberheidseisen leidt. Ook zou het ESM  eventueel kunnen overwegen in bepaalde gevallen af te stappen van zijn status van bevoorrechte crediteur  (d.w.z. in geval van staatsbankroet de eerste aan de kassa te kunnen passeren), waardoor de private geldschieters iets minder rente zouden vragen. Het is niet eens nodig dat Spanje of Italië op deze Europese toeschietelijkheid effectief beroep doen; het feit alleen dat een dergelijke procedure bestaat kan de rente op staatsleningen naar omlaag halen.  (De rente op Spaans en Italiaans schuldpapier daalde met een half procent na de bekendmaking van het principeakkoord.) Men kan zich voorstellen dat er in Athene, Lissabon en Dublin met de tanden geknarst wordt …

De ” toegevingen” van Merkel zijn dus al bij al bescheiden; maar bepaalde reacties bewijzen in welk soort Europa we beland zijn. Zo eiste  SPD-er Carsten Schneider, voorzitter van de begrotingscommissie van de Bundestag, een uitleg van Merkel over haar  “draai van 180 graden”; hij had het ook over Italië dat aan cash geraakt zonder voorwaarden.

Bankenunie

Vier jaar na het uitbreken van de wereldwijde bankencrisis,  twee jaar  na het uitbreken van de eurocrisis en na jaren steeds draconischer ingrijpen op de begrotingen en de sociale politiek van de  lidstaten, is er nu het begin van een initiatief in de richting van meer toezicht op de banken!  Een “bankenunie” is het eerste onderdeel van het “plan Van Rompuy” waar we het verder nog  over hebben. En bankenunie houdt in een Europees toezicht op de banken (door de Europese Centrale Bank), een Europese depositogarantie (spaarders krijgen een deel van hun spaargeld terug bij bankroet van hun bank ) en een Europees optreden waar een bank dreigt op de fles te gaan. Blijkbaar zijn de Europese leiders tot het inzicht gekomen dat het afstraffen van de arbeidersklasse toch niet bijdraagt tot een verantwoorder gedrag van de banken. Of de voorgenomen Europese bankenunie daar zal in slagen valt te bezien, en het onwankelbaar vertrouwen van de EU in de vrije markt plaatst daar heel wat vraagtekens bij. Zoals reeds vermeld, is het Europees bankentoezicht ook een voorwaarde opdat banken rechtstreeks zouden kunnen gefinancierd worden door de Europese hulpfondsen EFSF/ESM.

Met “rustige vastheid” [2]  naar een reactionaire machtsgreep

Tot hier de overweldigende overwinningen voor de progressieve agenda. Nu komen we bij de prijs die daarvoor zou moeten betaald worden.

De bankenunie is slechts het eerste en minst verontrustende onderdeel van het “plan Van Rompuy” [3] dat slechts twee dagen voor het begin van de eurotop publiek werd gemaakt. Dit plan, getiteld “Naar een echte economische en monetaire unie” omvat vier punten, of beter gezegd: drie, want het vierde heet “versterking van de democratische legitimiteit”, en dat ontbreekt volledig in het plan. De twee andere punten luiden: “naar een geïntegreerd begrotingskader” en “naar een geïntegreerd kader voor economische politiek“.

Onder het hoofdstuk “geïntegreerd begrotingskader” wordt niets minder voorgesteld dan het onteigenen van de lidstaten van hun recht om hun eigen begrotingspolitiek te voeren. Staatsleningen zouden slechts kunnen worden aangegaan in zoverre ze door de andere lidstaten worden goedgekeurd. De autoriteiten van de eurozone zouden het recht hebben de begroting van een lidstaat te wijzigen. Onder die voorwaarden zouden eurobonds mogelijk worden, maar dit recht zou onder de Europese begrotingsdictatuur volledig uitgehold zijn.

Deze ideeën liggen in het verlengde van de economic governance die de voorbije twee jaar werd doorgedrukt, en zouden er de trieste bekroning van vormen. Door het Europees Semester moeten de lidstaten hun begrotingsplannen in april bekendmaken; door het Begrotingspact  (zodra geratificeerd) moet het begrotingsontwerp half oktober door de Europese Commissie worden goedgekeurd nog voor het  aan het nationale parlement wordt voorgelegd; met het 2-pack moet dat reeds begin oktober gebeuren en kan de Europese Commissie wijzigingen opleggen. Met het plan Van Rompuy worden de nationale begrotingen eenvoudigweg een beslissing van “Brussel”. De Olli Rehn [4] van dienst kan dan beslissen wat er kan uitgegeven worden en in welke sociale uitgaven geknipt moet worden. We zitten dan met een  “Europese minister van financiën”, de expliciete wens van de Franse werkgeversorganisatie MEDEF en het “optimaal scenario” in de ogen van Merkels minister van financiën Schäuble. En Barroso zal dan in 2014 zijn tweede ambtstermijn kunnen beëindigen, met voldoening en ongeloof terugblikkend op de “stille revolutie” [5] waaraan hij zijn beste krachten wijdde…

Het “geïntegreerd kader voor een economische politiek” verwijst uitdrukkelijk naar het Europees Semester en het Europluspact, maar wil deze nog meer afdwingbaar maken “om zeker te zijn dat een niet-duurzaam beleid de stabiliteit van de Europese muntunie niet in gevaar brengt.”

Volgens sommige commentaren zou het plan Van Rompuy niet naar de zin zijn van de Duitse regering, wegens te veel vermelding van gemeenschappelijk schuldbeheer. Maar gaat het hier om meer dan wat vertoon voor binnenlands gebruik? In een interview met Der Spiegel net voor de top zei Schäuble nog: zolang er geen begrotingsunie is, is er geen sprake van gemeenschappelijk schuldbeheer. Maar eenmaal de begrotingen in Brussel opgesteld worden …

” Publieke steun is essentieel”

De auteurs van dit reactionaire document zijn zich ervan bewust dat ze zelfs de burgerlijke democratie hier met voeten treden. “Beslissingen over het Nationaal budget vormen de kern van de Europese parlementaire democratie”, zo staat er,  “en daarom is publieke steun voor Europese beslissingen met sterke impact op het dagelijks leven van de burgers essentieel.”

Daarom is de organisatie van een grootscheeps verzet van die burgers van levensbelang, is onze conclusie. Het gaat hier niet louter meer om een ingreep in de indexkoppeling van de lonen, de pensioenregeling of het afsluiten van collectieve overeenkomsten; het gaat hier om een regelrechte overname van de politieke beslissingsmacht door een onverkozen en niet afzetbare kliek die handelt in opdracht van de banken en de multinationals.

Het gaat voor de arbeidersbeweging dus om een gevecht tegen een levensgroot gevaar, en we moeten ons realiseren dat het ook om een race tegen de tijd gaat. Van Rompuy & Co zetten hun informele consultaties met de lidstaten voort, en ze willen half oktober 2012 met een interim-rapport komen om tegen de top van december met een afgerond plan op de proppen te komen.

Over mogelijke politieke medestanders moet men zich weinig illusies maken. De Belgische minister van overheidsbedrijven Paul Magnette (PS) uitte wat voorzichtige kritiek op het plan Van Rompuy. Hij vond het te onevenwichtig en te rechts, “het zou kunnen geschreven zijn door de Europese Centrale Bank”. Niet alleen de liberalen namen hem onmiddellijk op de korrel en vonden dat hij dan maar ontslag moest nemen uit de regering (liberaal eurocommissaris en belastingsontduiker De Gucht waarschuwde zelfs dat Magnette een “voormalig marxistisch politicoloog” is) ; maar ook sociaal-democratisch Europarlementslid Kathleen Van  Brempt vond het “onverstandig het hele plan van tafel te vegen” en Groen parlementslid Van Hecke vroeg zich af “wie eigenlijk de woordvoerder is van ons land”.

Het plan Van Rompuy doordrukken zal ongetwijfeld nog heel wat voeten in de aarde hebben; het lijkt onmogelijk het tot stand te brengen zonder wijziging in de Europese verdragen en het is nog niet duidelijk welke juridische spitstechnologie men daartoe kan  aanwenden. Groot-Brittannië bijvoorbeeld zal het plan nooit aanvaarden, ook al is Cameron geen voormalig marxistisch politicoloog, en ook Tsjechië deed afwijzend. Maar de Europese leiders staan met hun mislukt euro-experiment met de rug tegen de muur, en in die omstandigheden zullen ze tot het uiterste gaan.

Het meest dringende is de Europese arbeidersbeweging te overtuigen dat ze zelf ook met de rug tegen de muur staat, en dat nu het ogenblik is aangebroken om ook tot het uiterste te gaan.


[1] Zie de uitgebreide studie “Geruststellende euro-obligaties?” van de hand van Henri Houben in Marxistische studies, beschikbaar op De Wereld Morgen.

[2] “Met rustige vastheid” is de lijfspreuk van Herman Van Rompuy. Sinds 2009 is hij voorzitter van de Europese Raad (de raad van staats- en regeringsleiders die de topbijeenkomsten belegt) , wat hem de misplaatste titel van “president van Europa” opleverde. Indertijd werd nogal smalend gedaan over zijn persoon, omdat hij niet de nodige “uitstraling” had; een figuur als Tony Blair zou beter gestaan hebben op de internationale podia, zo dachten sommigen bij de Europese elites. Maar ondertussen is gebleken dat haiku-dichter Van Rompuy een zeer nuttige nar is in het Europees gebeuren. Discreet, wendbaar, inzetbaar, wat kun je méér van een marionet verwachten?

[3] Het “plan Van Rompuy” ontstond onder de auspiciën van vier (onverkozen) figuren: Van Rompuy zelf, “president van Europa”; Barroso, voorzitter van de Europese commissie; Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank en Jean-Claude Juncker, voorzitter van de eurogroep.

[4] Olli Rehn is momenteel de Europese commissaris bevoegd voor economie en financiën. Hij heeft reeds aanzienlijke bevoegdheden in het opleggen van aanbevelingen en het uitspreken van financiële sancties voor de lidstaten.

[5] Commissievoorzitter Barroso was in juni 2010 zo aangenaam verrast door het gemak waarmee de lidstaten zich het Europees Semester lieten opleggen, dat hij sprak van een “stille revolutie”.

 

Reacties plaatsen niet mogelijk