door Herman Michiel, 18 september 2014
De officiële opdracht van de Europese Centrale Bank (ECB) is te zorgen voor de prijsstabiliteit in de eurozone, met andere woorden het beteugelen van de inflatie. Op zich is dit reeds een al te beperkende rol; de opdracht van de Amerikaanse FED houdt bv. ook in to promote sustainable growth en high levels of employment. De ECB daarentegen heeft zogezegd een puur technische opdracht, en moet daarom volledig onafhankelijk zijn, politiek neutraal, niet onderhevig aan welke beïnvloeding dan ook. Zelfs vanuit dit enge perspectief bekeken moet men vaststellen dat de ECB het er niet zo schitterend vanaf brengt. De permanente obsessie met het inflatiecijfer leidde tot een gevaar dat steeds reëler wordt: deflatie … Dit betekent weliswaar daling van de prijzen, maar is helemaal niet zo ’n leuk perspectief; het fenomeen deed zich namelijk voor bij de Grote Depressie van 1929.
Dat is niet de schuld van de ECB, zou men kunnen opwerpen, het is het gevolg van de besparingspolitiek en de loonmatiging opgelegd door andere instanties dan de ECB, namelijk de Commissie, de Raad van staats- en regeringsleiders, de nationale regeringen. Als dit al zo zou zijn, bewijst het dat een “puur technische” opdracht voor een centrale bank nonsens is. Monetair beleid en economisch beleid zijn geen gescheiden werelden, maar dat weet iedereen eigenlijk.
Maar er is méér: de ECB speelt een bij uitstek politieke rol, en dat zonder rekenschap te moeten afleggen aan wie dan ook. Zo stuurde ECB-voorzitter Mario Draghi op 5 augustus 2011 een geheime brief [1] naar de Italiaanse regering. Daarin werd duidelijk gemaakt wat van Italië verwacht werd in ruil voor een zekere tegemoetkoming van de ECB aan de hoge Italiaanse staatsschuld: liberalisering van de lokale openbare diensten door massale privatiseringen, terugdringen van de rol van CAO’s in de loonvorming, hervorming van het ontslagrecht, van het pensioenstelsel en de werkloosheidsvergoedingen. De puur technische, apolitieke rol van de Europese Centrale Bank … Een gelijkaardige dreigbrief was bestemd voor Spanje, en eerder al had Ierland ermee te maken. Is het misplaatst om hierin het topje van de ijsberg te zien?
In een recent artikel [2] bespreekt Ronald Janssen, economisch adviseur bij de Europese vakbeweging, een nieuw geval van politieke bemoeiing van de ECB. Ja, de ECB wil haar steentje bijdragen om het Europese economische lijk wat leven in te blazen, ze wil er geld in pompen via de techniek gekend als quantitative easing [3]. Maar voor wat hoort wat! Draghi: “Wij kunnen zoveel monetaire steun geven als we maar willen, maar als een kredietaanvrager die daarmee een nieuwe zaak wil opzetten acht maanden moet wachten alvorens hij of zij die zaak kan openen, en dan nog een hoop belastingen moet betalen, dan zal hij daarvoor bedanken.” Voor Draghi is het duidelijk: de eurozone is simpelweg niet bedrijfsvriendelijk genoeg.
Maar geen van de twee beweringen klopt; Draghi schudt ze gewoon uit zijn mouw ! En Rudy Janssen haalt er officiële statistieken bij om dat te bewijzen. Acht maanden wachten om een nieuwe zaak te kunnen openen? In Italië vergt het welgeteld 6 dagen, in Frankrijk 7, tegen 5 in de Verenigde Staten. In Duitsland, de Europese modelleerling, duurt het zelfs een eeuwigheid: 15 dagen. En dan de verschrikkelijke belastingen die op de bedrijven rusten. In onderstaande grafiek wordt de effectieve gemiddelde belasting op de bedrijfswinsten getoond voor een reeks EU-landen en vergeleken met die voor de Verenigde Staten en Japan (de twee laatste staven). U ziet goed: in de VS en Japan ligt die hoger, niet stukken lager.
Source: Data taken from Business Europe Reform Barometer
(http://www.bia-bg.com/uploads/files/News/Ref%20barometer_Spring2013%20final.pdf)
Draghi, nochtans gewoon om getallen te hanteren met minstens drie cijfers na de komma, heeft hier zo maar iets uit zijn duim gezogen dat er honderden procenten naast is. Een vakbondsleider zou het maar eens moeten proberen …
[1] Corriere della Sera, 29 september 2011, op de website van deze krant raadpleegbaar (in het Engels).
[2] Ronald Janssen, Quantitative Easing Or Business Easing In Europe? Social Europe Journal, 8 september 2014.
[3] Quantitative easing, of ‘kwantitatieve geldverruiming’ betekent dat de centrale bank obligaties en ander waardepapier opkoopt van banken; deze beschikken dan over meer liquide middelen, zodat ze – in principe althans – meer kunnen uitlenen aan bedrijven of particulieren, wat de economie moet doen opveren.