Komende evenementen

Conferentie van Alter Summit in Brussel, 25-26 november

door Koen Meul, 1 december 2016

 

Het Europees netwerk Alter Summit is minder bekend dan het DiEM25 initiatief van Varoufakis, of Plan B dat onlangs in Kopenhagen bijeenkwam. Nochtans is Alter Summit het oudste van de drie. Het werd in mei 2013  officieel opgericht op een eerste alternatieve topbijeenkomst (‘alter summit’) in Athene, waar het ‘Manifest van de volkeren‘ werd voorgesteld. Alter Summit richt zich tot sociale bewegingen in het algemeen en vakbonden in het bijzonder; het is in zekere zin een nieuwe start van de Europese sociale fora van de eerste helft van de jaren 2000.  Niet toevallig is een van de drijvende krachten  Felipe Van Keirsbilck, secretaris-generaal van de CNE (christelijke bediendenvakbond in Franstalig BelgiĂ«). Samenwerking tussen vakbonden in Europees verband lijkt misschien vanzelfsprekend, maar is het in de praktijk niet. Maar met de nodige volharding en overtuiging is Alter Summit er toch in geslaagd om banden te smeden tussen een aantal vakbondscentrales en sociale bewegingen uit verschillende Europese landen.

Op vrijdag en zaterdag, 25 en 26 november 2016 had onder het motto Rights4All Now! de tweede ’topontmoeting’ van Alter Summit plaats, deze keer in de gebouwen van de Brusselse christelijke vakbond. Meer dan 100 organisaties waren vertegenwoordigd. Het initiatief kreeg de praktische steun van de Rosa Luxemburg Stichting, Attac-Duitsland en Transform!.

 

as1

 

De problemen om iets dergelijks georganiseerd te krijgen zijn natuurlijk aanzienlijk, daarom onze gelukwensen aan de organisatoren. Vertalingen, mensen naar hier krijgen uit de verste uithoeken van Europa, zorgen voor catering gedurende 2 dagen (deels op basis van vrijwillige bijdragen), het is allemaal niet evident.

Overkoepelende doelstelling was het streven naar convergentie van de sociale strijdbewegingen. Naast de uiteenzettingen en debatten in plenaire zitting waren er ook werkbijeenkomsten in kleine groepen. Daar werd gediscussieerd over een actieplan en over een gemeenschappelijke verklaring.

Een verslag van de werkzaamheden.

 

“Europa herstichten”

Na de inleiding van Verveine Angeli (van de Franse vakbondskoepel Solidaires) kwam er bij monde van Klaus Pickhaus een voorstelling van “Europa Neu BegrĂŒnden” (Europa herstichten), een vakbondsinitiatief dat in Duitsland reeds in 2012 ontstond in de schoot van van VERDI en IGMetall, de grote vakbondscentrales van resp. de diensten en de metaal (beide deel van DGB, Deutsche Gewerkschaftsbund) en met steun van talrijke academici waaronder Elmar Altvater en JĂŒrgen Habermas.

Zij voeren campagne binnen en buiten hun centrales rond een aantal directe concrete eisen en een reeks fundamentele maatregelen.

Directe eisen:

  •  belasten van financiĂ«le transacties;
  • herregulering van de financiĂ«le markten, staatsbegrotingen ontkoppelen van de financiĂ«le markt, de Eurozone moet gemeenschappelijk borg staan voor leningen aan de staten;
  • de geldpolitiek streeft niet alleen naar een stabiele munt, maar vooral naar groei en tewerkstelling;
  • in Duitsland dienen de lonen te stijgen en de binnenlandse markt versterkt te worden om onevenwichten  in de Unie tegen te gaan;
  • dringende herregulering van de arbeidsmarkt met een terugschroeven van de lage-loon-sectoren en van de precaire arbeid.

Op een meer fundamenteel niveau:

  • De EU moet een transfer-unie worden, waarin economische onevenwichten in de Eurozone dienen afgebouwd. Staten met hoge schulden moeten nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden krijgen door overdrachten van de rijke naar de arme staten.
  • Europa is een elitair project, dat meer dan ooit een democratisch offensief behoeft. Over de belangrijkste kernvragen dient de bevolking rechtstreeks geraadpleegd te worden, zodat de regeringen niet zomaar van deze Unie het mandaat krijgen om een krisispolitiek van besparingen op te leggen en de private schuldencrisis af te wentelen op de bevolking.
  • Europa moet zich herstichten. Vandaag is Europa voor de meerderheid synoniem van staatsschuld, sociale afbouw en bureaucratie. Een Europese burgerbeweging moet groeien die de weg inslaat van radicale politieke verandering. Een eerste stap daarheen is de afwijzing van het Begrotingsverdrag. Het bereiken van eensgezindheid over een aantal kerneisen (b.v. tegen de privatisering van de watervoorziening, vrijhandelsakkoorden, 
) moet het belangrijkste objectief zijn voor het pan-Europese verzet tegen de huidige EU.

 

De “walgelijke” balans van de Europese Commissie

Gastspreker Jean-Cristophe Defraigne (professor economie aan de Université Saint Louis in Brussel) velde een hard verdict over de sociaal-economische evolutie van de EU.

De omgekeerde herverdeling van de rijkdom ten voordele van het kapitaal was een constante van de laatste decennia, zoals blijkt uit het dalende aandeel van de lonen in de toegevoegde waarde. De delocalisaties, massale “vrije” circulatie (migratie) van de arbeidskracht tussen lidstaten met concurrentie tussen de lonen, bedrijfssluitingen en werkloosheid hebben de druk op de lonen versterkt.

Migrerende arbeiders krijgen echter niet de begeleidende diensten die de arbeid in normale omstandigheden wel ontvangt zoals onderwijs, crĂȘches en openbare dienstverlening, wat een gigantische budgettaire besparing betekent voor de overheden. Dit alles leidde ertoe dat migrerende arbeiders meer en meer in het vizier kwamen als zondebokken voor de toenemende werkloosheid en miserie.

De fiscale concurrentie bracht delocalisaties en toename van schijn- (“mantel”)-bedrijven met zich. Klokkenluiders worden zwaar aangepakt, maar fiscale fraudeurs, die verantwoordelijk zijn voor de achterstand in de wegenaanleg- of onderhoud en gezondheidsvoorzieningen en dus medeplichtig aan doodslag gaan vrijuit of worden met fluwelen handschoenen aangepakt. Door de deregulering ontsnappen het bankwezen en de grote bedrijven aan elk toezicht. Polluerende bedrijven zoals VW en andere fabrikanten worden niet vervolgd. Dit alles onder het goedkeurend oog van een Europese Commissie, die met haar lange lijsten van draaideur-commissarissen zelf walgelijk veel boter op het hoofd heeft.

Door de veel te zachte reactie van links heeft uiterst rechts het ongenoegen hierover kunnen capteren.

 

Scenario’s voor radicale verandering

 Verschillende strategische scenario’s zowel vanuit de Europese elites als vanuit het verzet werden helder in kaart gebracht door Daniel AlbarracĂ­n (Spaans professor economie, vakbondsadviseur, lid van de waarheidscommissie over Griekse schuld). Welke mogelijke wegen naar radicale verandering kan een politiek ten gunste van volkse klassen volgen? AlbarracĂ­ns benadering is te genuanceerd om ze in extenso weer te geven, hier enkel de hoofdlijnen.

AlbarracĂ­n behandelde drie mogelijke scenario’s vanuit progressief standpunt:

  1. Pogen de EU te hervormen, bijvoorbeeld door het reguleren van de markten: dit scenario zal echter van meet af aan stuiten op de vereiste unanimiteitsregel om iets aan de verdragen te wijzigen.
  2. Exit uit de Eurozone
  3. “Disobey and walk”, een scenario dat de stappen uit beide voorgaande scenario’s tracht te combineren.

De impulsen tot verandering zullen vooral komen vanuit de zwakste schakels in de Unie en draaien rond de kwestie van de omzetting van private in publieke schuld en rond het Eurosysteem. Een programma voor een progressieve regering moet voorlopige maatregelen kunnen uitwerken, eventueel onderhandelingen doorduwen over een wijziging van de verdragen en dient een plan B achter de hand te houden. Dergelijk programma zal tot stand komen doorheen actie, mobilisaties en participatie op het terrein zelf.

De vraag uit de zaal gesteld, en die ook in de werkgroepen een terugkerende verzuchting zal blijken: hoe kunnen we tot eenheid in de actie komen met de huidige vakbonden?

 

Vier werkgroepen

In tegenstelling tot heel wat andere initiatieven draaide de conferentie niet rond grote woordvoerders en hun partijbelangen, wel werd er actief naar gestreefd om tot resultaten te komen die de neerslag zijn van werkelijke ervaringen op het terrein. Dit mocht blijken zowel uit de inleidingen als de discussie in de werkgroep (werkgroep 1, klimaat) waar wij deel van uitmaakten. De andere werkgroepen behandelden de veranderende omstandigheden in de wereld van de arbeid en de vraag hoe hierop moet gereageerd worden (werkgroep 2), de verdediging van publieke goederen en openbare diensten (werkgroep 3),  de vraag hoe er banden kunnen gesmeed worden tussen de diverse strijdbewegingen, en tenslotte een werkgroep rond de verhouding tussen vakbonden en migranten en vluchtelingen.

We brengen hieronder verslag uit van werkgroep 1;  verslagen van de werkzaamheden van de andere werkgroepen verschijnen nog op de website van Alter Summit.

Kunnen de klimaatbewegingen en de sociale bewegingen tegen het soberheidsbeleid een gemeenschappelijke strijd aangaan?

Bedoeling was na te gaan of en hoe de ecologische transitie de uitdaging kan worden die onze bewegingen kunnen verenigen. Onder deskundige begeleiding van de mensen van CEO (Corporate Europe Observatory) werd na het presenteren van een strategisch kader (Kolya Abramsky, UK en Asjborn Wahl, Noorwegen) een panelgesprek gehouden, waarbij vooral de campagne voor 1 miljoen klimaatjobs door de ELA-vakbond (vertegenwoordigd door Nora Onainda) in Spaans Baskenland in het oog sprong. ELA is een vakbond met een meer dan honderdjarige traditie van strijd in Spaans Baskenland en telt tienduizenden leden.

Er werd opgedeeld in subwerkgroepen, hetgeen een geanimeerde en rijke discussie opleverde over:

  • de obstakels die het samengaan van de beweging voor klimaatrechtvaardigheid en de arbeidersbeweging in de weg staan en
  • hoe de kloof tussen beide te overkomen.

Over de obstakels voor het samenvloeien van de bewegingen:

Wij noteerden dat eenvoudigweg opkomen voor verstaatsing van de energiesector geen valabel alternatief biedt, aangezien zoals door vertegenwoordigers van de Franse vakbonden FSU en SUD-Energie werd gesteld de energiebedrijven EDF en AREVA  in Frankrijk staatsbedrijven zijn, die actief kernenergie promoten. Nationalisatie op zich is geen optie, socialisatie onder democratische controle is dat wel, indien gepaard met reconversie.

Herhaaldelijk werd benadrukt dat er sociaal en politiek ruimte moet geschapen worden zodat deze convergentie tussen sociale en klimaatbeweging kan plaatsvinden. Als voorbeelden van convergerende praktijken binnen en buiten Europa werden vermeld: de Trade Unions  for Energy Democracy”, de Alternatiba-beweging en de Communia- beweging in ItaliĂ«.

  •  Vele milieu-NGO’s (bevolkt door mensen uit de middenklasse) zijn niet happig om de discussie over het kapitalisme als systeem aan te gaan, maar ook sommige traditioneel conservatieve vakbonden weigeren elk in vraag stellen van het systeem. De eerste besteden vaak meer aandacht aan politiek lobbywerk zonder zich veel aan te trekken van de arbeiders, terwijl de laatsten zich beperken zich tot het behoud van zoveel mogelijk werkgelegenheid.
  • In de vorming van onze identiteit staat “arbeid” nog steeds zeer centraal. Arbeiders in de  autonijverheid bijvoorbeeld halen er hun sociale erkenning en trots uit. Zelfs de identiteit van hele regio’s is soms verbonden aan een polluerende industrie. Kritiek op het polluerend karakter van deze industrie kan hen afstoten. De uitdaging hier is het aanleren van nieuwe maatschappelijke gewoonten.
  • De urgentie om de CO2-uitstoot te stoppen en tegelijk de onmogelijkheid om dit te doen in door de markt aangedreven industrieĂ«n.

Hoe deze obstakels overkomen?

  •  Klimaat dient steeds en beter gelinkt te worden aan sociale rechtvaardigheid.
  • Een ruimte scheppen, waarin de twee bewegingen elkaar beter leren kennen en hun verschillende bezorgdheden en realiteiten beter begrijpen en overkomen.
  • Goede voorbeelden: gemeenschappelijke openbaar-vervoercampagne in Noorwegen, gemeenschappelijk verzet van bonden, NGO’s en boeren tegen megaprojecten zoals in Notre-Dame-des-Landes(Fr.).
  • Bestaande inspirerende netwerken uitbouwen : Trade Unions for Energy Democracy (TUED), LEAP Manifesto in Canada, campagnes voor 1 miljoen klimaatjobs, de Global Grassroots Justice Alliance(USA).
  •  Er dient dus een verhaal van reconversie ontwikkeld te worden om de arbeidersbeweging over de brug te krijgen.
  •  Klimaatverandering voor iedereen begrijpelijk en concreet maken en minder abstract: smog, brandstofschaarste, klimaatrechtvaardigheid.
  •  Focussen op wat verenigt, niet op wat ons verdeelt, opstellen van gemeenschappelijk eisenprogramma b.v. over waar het geld kan worden gevonden: militaire uitgaven, belastingfraude en – ontwijking, …
  • Strijd tegen de privatisering en centralisering van het eigendom, niet in nationale wel in sociale zin.
  • Strijd leveren voor decente jobs, en bepalen wat “decent” inhoudt: openbare en sociale diensten, herstel van natuurgebieden(bv in mijnstreken), in hernieuwbare energie, reparatie- en recyclage-industrieĂ«n
  • Arbeidsduurvermindering en -verdeling
  • Basisinkomen
  • Bovenal : democratische planning van de economie
  • Strijd voor een rechtvaardige transitie snijdt doorheen alle sectoren, maar bijzondere aandacht moet gaan naar de energiesector.

Grootste eensgezindheid ligt in het scheppen van gemeenschappelijke politieke ruimte. Vandaar het voorstel om n.a.v. de volgende grote klimaatconferentie, de zgn. COP 23 van november 2017 in Bonn een Top te organiseren, waar de twee delen van de beweging elkaar kunnen ontmoeten.

Ondermeer ter voorbereiding hiervan zal de klimaatwerkgroep van Alter Summit blijven samenkomen.

Volgende afspraken:

  • 5 dec. 2016: Conferentie over Rechtvaardige transitie van “Die Linke” en Verenigd Europees Links (MAI, Maison des Associations Internationales, 40 rue Washington, 1050 Brussels, Belgium)
  • Februari 2017: Meeting van de TUED (Trade Unions for Energy Democracy)
  • Augustus 2017: Zomeruniversiteit van ATTAC

 

Eindverklaring

De conferentie werd besloten met een originele uiteenzetting door Ricardo Petrella, die reeds in de jaren 1990 campagne voerde tegen de privatisering van het water, en voor de verdediging van het publieke goed. “Vroeger sprak men van de tegenstelling tussen Kapitaal en Arbeid”, aldus Petrella, “maar nu is het in feite de tegenstelling tussen het Leven en het Kapitaal”. Symbool daarvoor, het eerste Amerikaans patent op een levend organisme in de jaren 1980, weldra gevolgd door de EU.

Voor het opstellen van de eindverklaring van de conferentie werd een originele weg gevolgd. Felipe van Keirsbilck had daarvoor een ontwerp gemaakt, en dit werd in plenaire zitting besproken en aangevuld. In afwachting dat het gepubliceerd wordt een paar belangrijke elementen:

  • Als reactie tegen de EU-propaganda die elke kritiek, elk verzet tegen de Europese instellingen en het EU-beleid afdoet als kleinzielig nationalisme gericht tegen Europese samenwerking, werd klaar en duidelijk gesteld: “Europa, dat zijn wij, de EU, dat is de zaak van Juncker & Co”.
  • Het groeiend succes van extreem-rechts moet bekampt worden met een goed begrijpelijke boodschap gericht tegen de neoliberale globalisering, en voor een internationalistische aanpak in een antiracistisch, antifascistisch, feministisch, ecologisch en pacifistisch perspectief.
  • Sociale rechten, waaronder werk, inkomen, huisvesting, sociale bescherming, gezondheidszorg en onderwijs, moeten toegekend worden aan iedereen die in Europa verblijft.
  • Werkingsassen voor de komende jaren zijn o.a. de strijd voor een minimumloon in Europa, drastiscche arbeidsduurverkorting, de rechten van migranten, het verzet tegen de militarisering van de EU en tegen een neokoloniaal beleid. De succesvolle campagnes tegen TTIP en CETA moeten verdergezet worden, tegen TiSA en voor een goed klimaatakkoord en de uitvoering ervan.

 

Slotbeschouwing

In een periode waar een rechtse vloedgolf Europa en de wereld lijkt te overspoelen en links in moedeloosheid dreigt te verzanden was deze conferentie ongetwijfeld een opsteker. Bijna 200 deelnemers uit Europese landen van Noorwegen tot Griekenland en van Groot-Brittannië tot Macedonië, jong en oud, van beider kunne!

Des te merkwaardiger blijft het dat de Nederlandse en Vlaamse belangstelling voor dit evenement uiterst beperkt blijft: naast onze eigen driekoppige delegatie konden wij slechts een twee- tot drietal deelnemers bespeuren uit het Nederlandse taalgebied. Wij betreuren dat het initiatief niet méér gehoor krijgt in Nederlandse en Vlaamse vakbondscentrales.

Dat de belangstelling van de grote media achterwege blijft is te verwachten (maar toch !), maar zelfs de belangstelling van de linkse pers mag miniem worden genoemd. Heeft dit te maken met het feit dat politieke partijen niet als dusdanig en rechtstreeks kunnen deel uitmaken van Altersummit?

 

 

Reacties plaatsen niet mogelijk